Hattem, Pand der Liefde
gepleisterd 19de-eeuws uiterlijk. Dit dwarse pand was rond 1800 in gebruik als Latijnse school en later als Franse kostschool. Laat-middeleeuws of 16de-eeuws is verder het
Pand der Liefde (Adelaarshoek 3), een fors dwars pand met kloostervensters en een hoog zadeldak. De in 1626 vernieuwde, rijke maniëristische voorgevel heeft boven de ingang een bakstenen arkel op geprofileerde consoles. Het gepleisterde, in de kern laat-middeleeuwse
Daendelshuis (Kerkhofstraat 9-11) bestaat uit een dwars pand met aan de achterzijde twee haakse vleugels. De oostelijke, drielaags vleugel is in 1618 voorzien van een in- en uitgezwenkte topgevel met natuurstenen dekplaten en een toppilaster. Het tweebeukige eenlaagspand
Achterstraat 48 heeft achter het linker deel een waarschijnlijk vroeg-16de-eeuws, hoger achterhuis.
Het van de straat terug liggende, vrijstaande pand Het Hooge Huis (Korte Kerkstraat 14) is een adellijk stadshuis op L-vormige plattegrond. Het westelijke deel, met natuurstenen waterlijst en vensters met geblokte ontlastingsbogen, zal uit het tweede kwart van de 17de eeuw dateren. De nu gepleisterde oostelijke vleugel is rond 1660 toegevoegd. Het achterste deel, de zogenaamde ‘Homoetkamer’, bevat een fraai stucplafond uit circa 1870. Het gebouw is in 1988 gerestaureerd en in appartementen opgedeeld. De voorm. Stichting van Nicolaas Staal (Kerkstraat 9) is een in 1663 gebouwd diep pand met gezwenkte en van pilasters voorziene topgevel. De huidige bepleistering dateert van een gevelwijziging in 1889. Het gebouw werd in 1805 geschikt gemaakt voor huisvesting van bejaarden. Verder is er nog een aantal huizen met een 17e-eeuwse, meestal van waterlijsten voorziene, puntgevel. Uit de 18de-eeuw dateren enkele gevels met gezwenkte toppen, zoals die van Achterstraat 10. Voorbeelden van 18de-eeuwse klokgevels zijn te vinden bij Achterstraat 12 en Ridderstraat 3 (1724).
Villa's en landhuizen. De Hattemse burgemeester Greven liet in 1640 tegen de heuvelrug het Spijker Watervliedt (Veldweg 14) bouwen. Dit kleine buitenhuis of spijker heeft een in- en uitgezwenkte topgevel. Bij de restauratie in 1960-'62 is de naastgelegen bebouwing vervangen door nieuwbouw. Vanaf het eind van de 19de eeuw werden in de omgeving van Hattem diverse monumentale villa's en landhuizen gebouwd. De uit circa 1890 daterende villa De Viersprong (Apeldoornseweg 6) is gebouwd in chaletstijl en heeft een torenvormig trappenhuis met ingesnoerd tentdak. In opdracht van mej. M.E. Jonker verrees in 1903 op een geaccidenteerd terrein 't Velt-huys (Veldweg 32), een wit gepleisterd landhuis met lagere aanbouw. Architect K.P.C. de Bazel maakte het ontwerp in rationalistische vormen en ontwierp ook de tuinaanleg in architectonische tuinstijl. Eveneens gelegen op een heuvelachtig terrein is de uit 1908 daterende villa Hezenberg (Hezenbergweg 64), gebouwd in ‘Um 1800’-stijl. Het interieur bevat jugendstil-elementen. Het Hogenhuis (Veldweg 89) is een in 1916 opgetrokken houten prefab-huis, afkomstig uit de Strommen Traevarefabrik te Oslo. Rond 1920 liet P.L. Honcop de wit gepleisterde villa Apeldoornseweg 9 bouwen. Dit door L.H.J. Westerop in expressionistische stijl ontworpen pand heeft een rieten schilddak en over twee bouwlagen doorlopende erkers. De aanleg rond de villa is uitgevoerd in architectonische tuinstijl. Apeldoornseweg 13-15 is een dubbel landhuis met vlindervormige plattegrond met aan de uiteinden een lage garage. Het werd in 1933 gebouwd voor de dames S. Stenfert Kroese en Kalff naar ontwerp van Th. Rüter. De Witte Raaf (Veldweg 69) is een blokvormig wit gepleisterd landhuis uit 1936 in de stijl van het functionalisme. Het van een staalskelet voorziene gebouw heeft aan de
achterzijde aanbouwen met gebogen dakvlakken. A. Komter ontwierp dit huis voor zijn moeder. Interessante villa's zijn verder nog Villa Richmonde (Vuursteenberg 3) uit 1903, Sunselva (Apeldoornseweg 46) uit circa 1910, Zonnehof (Apeldoornseweg 36) en Veldweg 38 uit circa 1920.
Stadsboerderijen. In Hattem staan enkele eenvoudige voorm. stadsboerderijen, deels uit de 17de eeuw en later als boerderij ingericht. Bij Achterstraat 30 is het 18de-eeuwse stalgedeelte nog oorspronkelijk. Andere voorbeelden zijn Ridderstraat 14 en Molenbelt 2.
Pakhuizen. De pakhuizen in Hattem zijn veelal ontstaan door verbouw van oudere panden. Een goed voorbeeld is Knorrenburgerstraat 2, dat dateert uit de 16de eeuw en in de 17de eeuw is verhoogd en voorzien van hijsluiken en een hijsbalk.
Windmolen ‘De Fortuin’ (Molenbelt 5) is een achtkantige bovenkruier met stelling, gelegen op de noordelijke hoek van de stadsomwalling. De korenmolen is in 1852 gebouwd voor K. Blom en in 1971 gerestaureerd.
Waterpompen. Van de zes 18de-eeuwse hardstenen stadspompen zijn er twee bewaard gebleven. Die aan het einde van de Kerkstraat dateert uit 1733, die op de Markt uit 1776.
Het elektrisch waterpompstation (bij Burg. Van Heemstralaan 2) is rond 1923 gebouwd naar ontwerp van L. Westerop in expressionistische stijl. Het naastgelegen trafohuisje dateert uit dezelfde tijd.
Vestingwerken. Aan de Veldweg ligt op een hoogte de zogeheten Spaanse Schans, een vierkante aarden schans die waarschijnlijk is opgeworpen door Spaanse troepen in 1629. Ten noorden van Hattem staan bij de spoorbrug en de verkeersbrug over de IJssel drie brugkazematten (bij Geldersedijk 41 en 59). Deze betonnen kazematten met verdieping zijn in 1936 gebouwd.
De Hezenbergersluis in het Apeldoornse Kanaal (bij Konijnbergerweg 20), ten zuiden van Hattem, is een schutsluis uit 1872-'73. De éénlaags sluismeesterswoning is in 1875 gebouwd