Eibergen
Dorp, ontstaan op een stuwwal van het Oost-Nederlands Plateau nabij de Berkel, aan de hessenweg van Deventer naar Vreden. In 1246 werd het een zelfstandige parochie. Mogelijk verleenden de heren van Mallum in die tijd stadsrechten. In de late middeleeuwen werd Eibergen onderdeel van de heerlijkheid Borculo. Langs de Grotestraat en Hagen kwam in de 19de eeuw een lintbebouwing tot ontwikkeling. Vanaf 1884 ligt het dorp aan de spoorlijn van Winterswijk naar Neede. Na de Tweede Wereldoorlog is Eibergen vooral aan de zuid- en oostzijde aanzienlijk uitgebreid.
De Herv. kerk (Grotestraat 50), oorspronkelijk gewijd aan St. Mattheus, is een laat-gotische pseudobasiliek met driezijdig gesloten koor, sacristie en rijzige toren van twee geledingen met ingesnoerde naaldspits. De onderbouw van de deels tufstenen toren kwam rond 1400 tot stand. Midden 15de eeuw verrezen de sacristie en het koor op tufstenen plint; het koor heeft nog de oorspronkelijke venstertraceringen. Rond 1500 verving men het oude romaanse schip door het huidige laat-gotische en werd de toren verhoogd en voorzien van elegant zandstenen traceerwerk. In de toren hangt een klok uit 1415. In 1820-'21 vond een herstelling en verbouw van de sacristie plaats. Het kerkinterieur wordt gedekt door kruisribgewelven. De kraag- en sluitstenen zijn voorzien van figuratief beeldhouwwerk. De kerk bevat gewelf- en muurschilderingen uit de tweede helft van de 15de eeuw. Tot de inventaris behoren een ingrijpend gerestaureerd romaans doopvont, de grafzerk van Johannes Adolphus van Dalwich (†1647) en een preekstoel (circa 1675).
De R.K. St.-Mattheuskerk (Grotestraat 88) is een driebeukige kruiskerk met smalle zijbeuken, lange kruisarmen, een lage vieringstoren en een ondiep koor met meerdere zijkapellen. De kerk verrees in 1934-'35 in traditionele vormen naar plannen van Joh. H. Sluijmer ter plaatse van een voorganger uit 1875-'76. Tot de inventaris behoren vijf laat-gotische heiligenbeelden (circa 1500); de kruiswegstaties en houten beelden zijn afkomstig uit de oude kerk. De pastorie (Grotestraat 88) stamt uit 1934.
Het
raadhuis (Grotestraat 30) is een fors pand met middenrisaliet overgaand in een toren met tentdak, gebouwd in 1904 als woonhuis voor burgemeester G.H. Smits. Het ontwerp in jugendstilvormen is van J.D. Gantvoort en
Eibergen, Villa Berkelesch 1-4
A.J. Sneek. Na in 1924 als raadhuis in gebruik te zijn genomen, is het gebouw in 1987 uitgebreid.
Woonhuizen. Van de oude dorpsbebouwing - veelal met een agrarisch karakter - resteert relatief weinig. Een oudere kern en onderdelen in hoogwandig vakwerk bevatten de panden Grotestraat 57 (voorgevel circa 1870), 59, 68 en 70 (gevelsteen 1853). Burg. Smitsstraat 2 is een kleine 19de-eeuwse hallenhuisboerderij. De boerderij Vuurever (Hagen 24) is in opzet mogelijk 18de-eeuws; de deel is voorzien van hoekschotten. De boerderij stond oorspronkelijk in Haarlo, werd in 1994 in Eibergen herbouwd en vormt één geheel met het eclectische pand Grotestraat 41 uit circa 1885 (nu museum). Aan de Grotestraat staan enkele fabrikantenvilla's; het eclectische Hummelsweide (Grotestraat 126) verrees rond 1890 voor G.J. ten Cate, eigenaar van de Eibergse Stoomblekerij. Eclectisch, maar tevens voorzien van een chalet-sierspant, is D'Overkant (Grotestraat 83) uit 1894. Grotestraat 81 werd in 1897 geheel in chaletstijl gebouwd naar plannen van G. Beltman. Van zijn hand is ook de grote villa in neorenaissance-stijl Berkelesch 1-4 (1901) voor J.E. Prakke. Het woon- en winkelpand Grotestraat 63 met jugendstil-details verrees in 1910.
Hotel-restaurant ‘Het Wapen van Eibergen’ (Grotestraat 1) is in 1914 gebouwd voor J. Wormmeester en vertoont rationalistische details.
Industriegebouwen. De voorm. textielfabriek (Haaksbergseweg 16), nu ‘Gemavo’, werd in 1834 gebouwd voor I.B.P. Bouquié. Het langgerekte gebouw kreeg zijn huidige vorm in 1901