Echteld, Kasteel De Wyenburgh
vleugels hadden oorspronkelijk één bouwlaag. In het midden van de 16de eeuw kreeg het kasteel zijn definitieve vorm. De achter- en de rechtervleugel werden met een verdieping verhoogd, waarbij in de gevels banden van mergelsteen werden toegepast. Op de binnenplaats verrees een trappenhuis. In de 18de eeuw werd de binnenplaats overdekt en veranderd in een hal met lichtkoepel. Ook het interieur onderging ingrijpende wijzigingen. Het kasteel is in 1957-'66 gerestaureerd onder leiding van C.W. Rooyaards, waarbij het 16de-eeuwse gedeelte weer van kruisvensters is voorzien.
Het kasteel heeft interieurs en vensters uit de 16de, de 18de en de 19de eeuw. Zo is er een rijke midden 16de-eeuwse schouw in vroege renaissance-vormen, die hier waarschijnlijk in 1742 in gewijzigde vorm is geplaatst en die onder meer is voorzien van de wapens van de verschillende eigenaren, waaronder die van het geslacht Van Wijhe. In de hal bevinden zich stucreliëfs (1772).
Op het voorplein stonden oorspronkelijk twee bouwhuizen. Het meest oostelijke is bewaard gebleven (Voorstraat 6). Dit langgerekte pand dateert grotendeels uit de 18de eeuw maar heeft ook 16de-eeuwse muurdelen. Aan de noordzijde bevindt zich een mogelijk 16de-eeuwse toren met tentdak.
Woonhuizen. Het gepleisterde dwarse huis Voorstraat 12 is een voorm. boerderij met jaartalankers en een gevelsteen uit 1739. In het rechter gedeelte was een winkel gevestigd. De op een verhoging gelegen blokvormige villa Grote Brugse Grintweg 9 kwam in 1877 tot stand in eclectische vormen. De voorm. eenlaags onderwijzerswoning Achterstraat 25 dateert uit circa 1880. De Oude Duikenburg (Voorstraat 30) is een gepleisterde tweelaags villa van rond 1890. Het woonhuis Voorstraat 49, met agrarisch bedrijfsgedeelte, dateert uit circa 1925 en vertoont expressionistische vormen en elementen van de cottagestijl. Uit dezelfde tijd stamt Gijsbertha (Achterstraat 8), een vrijstaand eenlaags huis met tentdak en erker voorzien van een expressionistische detaillering.
Boerderijen. Veel boerderijen in Echteld liggen op een verhoging of huisterp. De meeste zijn hallenhuisboerderijen met een dwars voorhuis. Uit de eerste helft van de 19de eeuw dateert de gepleisterde boerderij 't Alverlies (Hogeveldseweg 2), met naastgelegen bakhuisje. De eenvoudige boerderij Medelsestraat 18, met jaartalankers ‘1850’ en schuurberg, functioneerde als pleisterplaats, winkel en café. Voorbeelden van rond 1860 zijn De Heul (Wijenburgsestraat 7), De Vaalt (Medelsestraat 3), met zomerhuis annex varkensschuur en bijschuur, Grotebrugse Grintweg 4, met bakhuisje, en Broekdijksestraat 1; iets jonger is De Hoofakker (Achterstraat 33) uit circa 1870. Laat-19de-eeuwse voorbeelden zijn: Medelsestraat 4 (circa 1880), Medelshof (Medelsestraat 13; circa 1890), met koetshuis, en Medelsestraat 22 (circa 1890), met schuur annex zomerhuis. De hallenhuisboerderij Den IJver (Waalbandijk 68) heeft een 18de-eeuwse oorsprong, maar een 19de-eeuws voorkomen en een achterhuis uit 1877. Een relatief jonge hallenhuisboerderij is Ooisestraat 9, met mansardedak (circa 1920). Een voorbeeld van een krukhuisboerderij is Waalbandijk 70, een gepleisterde boerderij uit de eerste helft van de 19de eeuw met naastgelegen bakhuis.
Het voorm. station (Stationsweg 3), bestaande uit twee haakse bouwdelen met overstekende zadeldaken, dateert uit 1881-'82 en is uitgevoerd met chaletstijlelementen. De ‘Wachtkamer’ aan de westzijde werd in 1940-'45 afgebroken. Aan de spoorzijde bevindt zich een op smeedijzeren spanten rustend afdak. Nabij de overweg ligt de blokpost (Stationsweg 7), een eenlaags overwegwachterswoning met zadeldak uit circa 1881.