Buren, Stadhuis
tussen twee topgevels is in de 17de eeuw vernieuwd. De gevel aan de stadszijde en de bogen zijn in 1816 nieuw opgetrokken. De zonnewijzer aan de stadszijde dateert uit 1631.
Het voorm. stadhuis (Markt 1) [6] is een in de kern 16de-eeuws hoekpand, dat in 1554 door het stadsbestuur werd aangekocht. Bij een verbouwing in 1612, naar plannen van Adriaen Fredericksz van Oudendijk, kreeg het onder meer de dakruiter met peervormige bekroning. Het klokkenspel in de dakruiter is gegoten door Petit & Fritsen (1984). Het huidige uiterlijk van het stadhuis wordt bepaald door een verbouwing in 1739. De ingangspartij in Lodewijk XIV-stijl, voorzien van het gekroonde wapen van Buren, is ook uit die tijd. Het stadhuis is rond 1968 gerestaureerd onder leiding van C.W. Royaards. Hierbij is het aan de noordzijde grenzende pand, dat in 1846 door Stoops tot dijkstoel was verbouwd, bij het stadhuis getrokken. Dit pand is voorzien van een houten balustrade en kroonlijst, waarin het wapen van het polderdistrict Buren is weergegeven. De pui bestaat uit twee rondboogdeuren tussen ionische pilasters. De panden zijn nu in gebruik als VVV-kantoor en museum (met veel sculptuurfragmenten van het kasteel).
De waag (bij Markt 2) [7] werd rond 1870 tegen de westgevel van de Lambertuskerk gebouwd. Het is een kleine neoclassicistische houten zuilengalerij met rondbogen en in het midden een fronton. Bij de waag staat een bakstenen stadspomp uit 1732 met ingezwenkte afdekking. In het rechthoekige spaarveld aan de voorzijde staat de tekst: ‘Crassante flamma civibus solatio’ (wanneer de vlammen woeden, ben ik de burgers tot troost).
Kasteelterrein (Plantsoen ong.) [8]. Het kasteel van de heren van Buren wordt voor het eerst vermeld in 1298. De omgrachte burcht met voorburcht werd in 1530-'45 vernieuwd en omwald naar plannen van Alexander Pasqualini. Later kwam het kasteel in het bezit van het huis Oranje-Nassau. Na de geleidelijke sloop tussen 1804 en 1883 is alleen nog het kasteelterrein (Plantsoen bij 2) herkenbaar. Rond de slotgracht is naar ontwerp van Zocher in de 19de eeuw een plantsoen aangelegd. Een monument uit 1971 houdt de herinnering aan het kasteel levend. In het plantsoen staat verder een bakstenen stadspomp uit 1874. Op een gedeelte van het voorm. kasteelterrein is de Alg. begraafplaats (Plantsoen 2) [9] aangelegd, met een gepleisterd neoclassicistisch poortgebouw annex baarhuisje uit 1883. De begraafplaats bevat onder meer twee grafkelders met opbouw, waaronder de familiegrafkelder van N.J.M.F. van Everdingen (1879).
Woonhuizen. Binnen de omwalling staan voornamelijk dwarse huizen, veelal met zadeldaken tussen tuit- of trapgevels. De meeste hebben achter de 19de-eeuwse (gepleisterde) voorgevel een oudere kern behouden. In opzet laatmiddeleeuws is het dwarse huis Zoetendaal 1 met een zadeldak tussen zijtopgevels (met vlechtingen). Achter het huis bevindt zich een evenwijdige vleugel, eveneens met zadeldak. De lijstgevel aan de voorzijde dateert uit circa 1850. Het 16de-eeuwse dwarse huis Kerkstraat 1 heeft een zadeldak tussen zijtrapgevels met ezelsruggen. Het brede, van oorsprong 16de-eeuwse huis, Zoetendaal 3 heeft een 19de-eeuwse gepleisterde lijstgevel.
Een nog duidelijk herkenbaar 17de-eeuws karakter hebben de onderkelderde, dwarse huizen die aan weerszijden van de Huizerpoort tegen de stadsmuur zijn gebouwd: de eenlaags muurhuizen Kniphoek 8-12 en 16-20, de tweelaags muurhuizen Kniphoek 2-6 - met trapgevels als brandmuren - en het tegen de poort gebouwde pand Achter Bonenburg 1. Deze muurhuizen zijn in 1968-'70 onder leiding van C.W.