een boven- en onderzone; beneden zitten er ronde nissen, boven zijn de smalle spitsboogvensters afgewisseld met gelijkvormige nissen voorzien van siermetselwerk. In 1770 heeft men de topgevels vernieuwd en de noordingang dichtgemaakt. Bij een ingrijpende restauratie in 1915, onder leiding van C.H. Peters, is de kerk in- en uitwendig ontpleisterd. Onder leiding van H.R. Holthuis volgde in 1937-'39 een tweede restauratie, waarbij men ook de toren heeft ontpleisterd. Het interieur wordt overdekt door meloenvormige koepelgewelven met acht, en in de ondiepe dwarsarmen vier, ronde ribben. Op de wanden van de koortravee en op de gewelven zitten enkele resten van 15de-eeuws ornamentaal schilderwerk. Tot de kerkinventaris van de kerk behoren een overhuifde herenbank met gesneden bekroning (1671), kerkbanken (1671), een rijk gesneden preekstoel in Lodewijk XIV-vormen naar ontwerp van Caspar Struiwig (1736) en een eenvoudig doophek met siervazen (omstreeks 1730) en lessenaar (1770). De koorafsluiting met drostenbank en kerkvoogdenbank werd in 1709 ontworpen door Allert Meijer en gesneden door respectievelijk Jan de Rijk en Mencke Mollaan. Het deurportaal met opzetstuk en boog tussen de twee banken stamt uit 1843. Het orgel werd in 1793-'94 gebouwd door F.C. Schnitger jr. en H.H. Freytag en is gevat in een kast met Lodewijk XVI-vormen. De kerkvloer bevat diverse grafzerken, waarvan die voor Nanno Amsingh (†1690) en de zerken met wapens voor Jan Arents
Zuidbroek, Herv. kerk, plattegrond
(†1697) en zijn weduwe Eppien Amsing (†1726) tot de oudste behoren. Op het kerkhof liggen diverse interessante graven, waaronder die van R. Hagenius (†1886).
De vrijstaande klokkentoren (bij Kerkstraat 95) is een forse, gedrongen en ongelede toren met zadeldak tussen tuitgevels, gebouwd aan het einde van de 13de eeuw. De ankers uit 1709 duiden op een grondige verbouwing. Het onderste deel van de toren is als cachot in gebruik geweest. Naast de toren staat een trafohuisje uit omstreeks 1920. De grote voorm. pastorie op T-vormige plattegrond (Kerkstraat 92) stamt uit 1741. Het kantongerecht (Spoorstraat 41) is een blokvormig pand met verhoogd middenrisaliet, gebouwd in 1882-'83 met neoclassicistische en chaletstijlelementen naar plannen van W.C. Metzelaar, de Rijksbouwmeester voor justitiegebouwen.
De voorm. openbare lagere school (Heiligelaan 71) werd rond 1880 in neoclassicistische stijl gebouwd en doet nu dienst als winkel.
Woonhuizen. Het blokvormige eenlaags huis
Heiligelaan 97 stamt uit de eerste helft van de 19de eeuw en heeft een omlijste ingangspartij. Het forse herenhuis
Winschoterdiep 9 verrees rond 1865 in eclectische vormen. Het witgepleisterde pand
Uiterburen 53 uit omstreeks 1890 heeft ook een eclectische vormgeving.
Uiterburen 94 is een goed voorbeeld van een landarbeiderswoning met schuur uit omstreeks 1860. De rond 1905 gebouwde arbeiderswoning
Uiterburen 30 is vergelijkbaar van vorm. Langs het Winschoterdiep
Zuidbroek, Boerderij Uiterburen 27
schoterdiep staan enkele arbeiderswoningen met krimpen uit omstreeks 1910, waaronder
Trekweg 20.
Boerderijen. In het dorp staat een aantal belangrijke boerderijen die alle tot het Oldambster type behoren. Tot de oudere varianten, met drie reeksen zaadzoldervensters, behoort Uiterburen 59 uit 1857. De omstreeks die tijd gebouwde boerderij Uiterburen 45 heeft twee reeksen zaadzoldervensters en een wolfdak. Uiterburen 25 is vergelijkbaar van vorm, maar heeft een omlijste ingang in het midden van het voorhuis. Uiterburen 27 is een fraai voorbeeld van een forse gepleisterde boerderij met overstekend dakvlak en neoclassicistische details uit omstreeks 1880. In de top bevindt zich een beeld van Ceres.
Het station (Stationsstraat 5) werd in 1865 gebouwd en is een vereenvoudigde versie van een stationsgebouw derde klasse van de Staatsspoorwegen, met als karakteristiek element een middenrisaliet met afgeschuinde hoeken. De oorspronkelijke bovenwoning is later verwijderd. De ophaalbrug over het Muntendammerdiep (Spoorstraat ong.) is een uit 1916 daterende ijzeren brug met een in vakwerk uitgevoerde hamei.