Noordbroek, Herv. kerk
boven- en onderzone zijn nog romanogotisch van karakter. De grotere vensters in de bovenzone en het vijfzijdig gesloten koor zijn gotisch van vorm. De rijke detaillering toont zich in de geveltoppen van het dwarsschip en de van staafprofielen voorziene vensters. Het jaartal van de ankers uit 1720 in de westgevel heeft betrekking op de beklamping voor de middeleeuwse afsluiting. Het portaal tegen de zuidelijke dwarsarm stamt eveneens uit 1720. Bij de restauratie van kerk en toren in 1968-'72, naar plannen van R. Offringa, zijn de in 1840 aangebrachte pleisterlaag en grotere vensters weer verwijderd.
Het interieur wordt overdekt door meloenvormige koepelgewelven met acht, en in de dwarsarmen zes, van de grond oprijzende ronde ribben. Het straalgewelf in de koorsluiting is tijdens de laatste restauratie weer aangebracht. De gewelven hebben schilderingen uit drie perioden. Uit het derde kwart van de 14de eeuw dateren die in de oostelijke schiptravee, evenals de evangelistensymbolen op het vieringsgewelf en de kroning van Maria in het noordtransept. Het koorgewelf heeft een vroeg-16de-eeuwse schildering van Christus als Rechter in het Laatste Oordeel, geflankeerd door Maria en Johannes de Doper. Uit 1599 rest een schildering met een tekst over de restauratie van het vieringsgewelf.
Tot de kerkinventaris behoren een zeer rijk gesneden preekstoel in late Lodewijk XIV-vormen naar ontwerp van W.E. Struve (1757), een doophek en de borstwering van de galerij in de noordarm, uitgevoerd in de vormen van de overgang van Lodewijk XIV- naar Lodewijk XV-stijl, en enkele door H. Hesselink gesneden herenbanken (1805). Het orgel
Noordbroek, Doopsgez. kerk
werd in 1695-'96 gebouwd door Arp Schnitger; delen van de kast dateren uit die tijd. In 1768 werd het door A.A. Hinsz vermaakt en in 1809 verbreed door H.H. Freytag en van nieuw snijwerk voorzien. De kerkvloer bevat een in 1779 ingelegde windroos met opschrift en enkele zerken, waarvan die voor Egbert Luwerts (†1603) de oudste is. Op het kerkhof liggen ook enkele oude zerken, waaronder één uit 1593 en één uit 1603.
De vrijstaande toren of de ‘Olle Dodde’ (bij Noordersingel 1) is een gedrongen, ongelede toren met zadeldak tussen tuitgevels, gebouwd in de eerste helft van de 14de eeuw. De omlijste ingang en wijzerplaten dateren uit het begin van de 19de eeuw.
De pastorie (Noorderstraat 1) is een fors blokvormig pand met omlijste ingang uit 1823. Het catechisatiegebouw annex de kosterwoning (Noordersingel 1) stamt uit 1843.
De Doopsgez. kerk (Hoofdstraat 80) is een eenvoudige, door pilasters gelede en recht gesloten zaalkerk met schilddak. Boven de omlijste classicistische ingang staat het stichtingsjaar 1811. De pastorie (Hoofdstraat 82), eveneens met omlijste ingang, stamt uit het midden van de 19de eeuw.
Het voorm. raadhuis (Hoofdstraat 65) werd in 1880 gebouwd in neoclassicistische vormen. Het eenlaags pand heeft een naar achteren liggend middendeel en driezijdig uitgebouwde zijrisalieten.
De dorpsschool (Sappermeersterweg 1) is een langgerekt en met riet gedekt L-vormig pand in cottagestijl, gebouwd rond 1930.
Woonhuizen.
Hoofdstraat 1 is een langgerekt diep pand met zadeldak voorzien van wolfeinden, dat getuige de
Noordbroek, Woonhuis Hoofdstraat 1
jaartalankers uit 1716 stamt. De winkelpui werd in het begin van de 20ste eeuw toegevoegd. De voorm.
onderwijzerswoning (Hoofdstraat 26) is een 19de-eeuws diep pand met hoog tentdak en opengewerkte dakruiter. In de dakruiter hangt een klok uit 1700. Het pand is nu als bibliotheek in gebruik. De drie panden
Hoofdstraat 107-111 zijn voorbeelden van eenvoudige neoclassicistische dorpshuizen met opgaand middenrisaliet, gebouwd rond 1875. Eclectisch van vorm is het gepleisterde pand
Hoofdstraat 49 uit omstreeks 1885. Chalet- en neorenaissance-details heeft
Zuiderstraat 34 uit omstreeks 1905. Naar het Nieuwe Bouwen verwijst de villa
Zuiderstraat 36, gebouwd rond 1934 met strakke vormen en platte daken.
Boerderijen. In het dorp staat een aantal belangrijke boerderijen die alle tot het Oldambster type behoren. Tot de oudere varianten behoort Noorderstraat 4, gebouwd in de eerste helft van de 19de eeuw. De boerderij heeft aan de zuidzijde een uitgebouwd vertrek. Het pand biedt nu plaats aan het strijkijzermuseum. Zuiderstraat 63 heeft een neoclassicistisch onderkelderd voorhuis met omlijste ingangspartij en werd gebouwd in 1868. Vergelijkbaar is Zuiderstraat 61. Boerderijen met dwars voorhuis zijn Zuiderstraat 14 (omstreeks 1890) en Hoofdstraat 77 (omstreeks 1908); de laatste vertoont jugendstil-details.
Windmolens. De achtkante stellingkoren- en pelmolen De Noordstar (Molenlaan 3) heeft een met riet gedekte romp op bakstenen voet. De molen werd in 1849 gebouwd voor J.N. Mulder. De molenaarswoning (Molenlaan 4) stamt uit dezelfde tijd. De Noordermolen