het tweede kwart van de 16de eeuw nog het schip, dat met het koor onder één kap werd gebracht. Vermoedelijk in 1643 zal het oostelijke deel van de noordelijke zijkapel zijn ingericht tot een consistoriekamer met vlakke zoldering en verdieping. Bij de restauratie van de kerk in 1952-'59, naar plannen van R. Offringa en A.R. Wittop Koning, heeft men de koorscheidingswand uit 1892 verwijderd en de gewelven in de consistoriekamer gereconstrueerd.
Het interieur van de kerk wordt overdekt door meloenvormige koepelgewelven (transeptarmen), netgewelven (schip en viering) en kruisribgewelven (koor en zijkapellen). De noordkapel (Mariakapel) heeft laat-15de-eeuwse gewelfschilderingen met scènes uit het leven van Maria. Het transept heeft gewelfschilderingen uit het eerste kwart van de 16de eeuw). De schilderingen in het koor dateren uit de periode 1520-'40 en stellen Nieuwtestamentische scènes voor, met in het straalgewelf van de koorsluiting Christus als Salvator Mundi en boven het oostelijke venster de patroonheiligen van de kerk, St. Petrus en St. Paulus. Op de noordwand van de westelijke koortravee is het Laatste Oordeel afgebeeld. Familiewapens zijn te vinden op diverse sluitstenen, zoals die van de familie In den Ham (zuidbeuk), het echtpaar Aylkuma-In den Ham (zuidkapel) en hun (stief)dochter Bauwe Heemster (koor). Tussen het koor en de zijkapellen bevinden zich laat-gotische natuurstenen afscheidingen met eiken deuren uit 1564. Tot de kerkinventaris behoren een preekstoel (late 17de eeuw, met delen uit 1832 en 1956) en een door A.D. Smit gemaakte herenbank met gesneden bekroning van het achterschot voorzien van de wapens van Rengers en Tjarda van Starkenborgh (1775). De orgeltribune bevat nog onderdelen uit 1562, maar stamt in haar huidige vorm uit 1665. Toen werd ook het orgel, dat oorspronkelijk uit 1562 stamt, gerenoveerd en kreeg het de wapens van Groningen en Loppersum. In 1736 vernieuwde A.A. Hinsz het instrument met gebruikmaking van ouder pijpwerk. Het snijwerk aan de kast is van Casper Struiwig. In 1803 volgde een renovatie met snijwerk van M. Walles. Van de talrijke hardstenen grafzerken in de vloer zijn de fraaiste
Loppersum, Villa Bellevue
die van Bauwe Heemster (†1540), Maria van Selbach (†1576) en Evert de Mepsche (†1642). De consistoriekamer heeft een marmeren schouw uit 1772. In 1858 is de inrichting van deze kamer aangepast.
Het voorm. postkantoor (Raadhuisstraat 7) is een fors blokvormig neoclassicistisch pand uit 1897-'98.
Het voorm. raadhuis (Raadhuisstraat 4), een eenlaags pand met hoger opgaande middenpartij onder geknikt schilddak, werd in 1924-'25 gebouwd in expressionistische vormen naar plannen van J. Benninga. Het pand was tot 1990 als raadhuis in gebruik.
Het dorpshuis (Wirdumerweg 21) is een eenlaags pand met een hoog oprijzend, geknikt schilddak en op de rechterhoek een hoge halfronde aanbouw. Het pand kwam in 1930 tot stand in een aan het expressionisme verwante vormgeving, naar plannen van T. van Hoorn voor de vereniging ‘Ons Dorpshuis’.
Woonhuizen. Het eenlaags pand Kerkpad 4 heeft een gevelsteen en ankers met het jaartal ‘1562’, maar is geheel herbouwd. Lagestraat 46 is een fors pand met zadeldak voorzien van wolfeinden, dat in opzet uit het begin van de 19de eeuw zal dateren. In 1905 liet H.K. Glas naar ontwerp van O. de Leeuw Wieland een hogere middenrisaliet aanbrengen. Eenlaags villa's in eclectische vormen en met een hoger opgaand middenrisaliet zijn Raadhuisstraat 9 (omstreeks 1880) en Raadhuisstraat 6 (1890), de laatste met aan de voorzijde een erker. Ook langs de Stationslaan verrezen enkele villa's in eclectische vormen, waaronder Stationslaan 3 en 4, beide uit omstreeks 1890. Belangrijk was architect O. de Leeuw Wieland. In 1890 ontwierp hij voor notaris Spandau de villa Bellevue (Stationslaan 1) in rijke neorenaissance-vormen, met topgevels, een veranda op de hoek van de verdieping en een fraaie ingangspartij. Het pand doet sinds 1990 dienst als raadhuis. Huizen in eclectische vormen van zijn hand zijn Stationslaan 2 (omstreeks 1890) en Stationslaan 6 (omstreeks 1905), en in chaletstijl Parallelweg 2 (1905). Hij ontwierp ook de vrijstaande eclectische villa's Welgelegen (Wirdumerweg 75, 1907), voor burgemeester S.D. Jensema, en Maria Zuidven (Lagestraat 7, 1913) voor H.K. Glas. Niet naar zijn ontwerp is Storka (Molenweg 62), gebouwd in 1909 voor L. Eenkema in sobere jugendstil-vormen. De forse villa Ithaca (Molenweg 16) werd in 1915 gebouwd in ‘Um 1800’-vormen voor dokter Steenhuis. De villa Breidablok (Stationslaan 7) verrees in 1929 in expressionistische vormen voor de architect T. van Hoorn naar eigen ontwerp.
Horeca. Het voorm. hotel Gemeentehuis, nu ‘Lopster Kroon’ (Lagestraat 2) is een neoclassicistisch pand met omlijste ingang uit de eerste helft van de 19de eeuw. Het werd in 1874-'77 uitgebreid naar plannen van O. de Leeuw Wieland. Rond 1905 volgde een uitbreiding aan de achterzijde. Tot 1925 was het tevens in gebruik als raadhuis. Hotel-restaurant Spoorzicht (Molenweg 11) is een fors neoclassicistisch pand met een iets naar achteren liggende ingangspartij met balkon. Het werd in 1886 gebouwd naar ontwerp van O. de Leeuw Wieland, die er zelf lange tijd woonde. Het balkon is in 1908 vernieuwd en A. van der Laan heeft de jugendstil-schilderingen in de nissen aan weerszijden van de ingang gemaakt. Het nog gave interieur is overwegend in neorenaissance-vormen uitgevoerd.
Loppersum, Hotel-restaurant Spoorzicht