Ossenzijl
(gemeente IJsselham)
Streekdorp langs de Kalenbergergracht, met een verdichting in de bebouwing bij de sluis van Osse, waar de gracht de Zuidwendedijk kruist. Het dorp, voor het eerst genoemd in 1437, ontleent zijn naam aan de familie Osse die de sluis in bezit had. Na verwoesting in 1570, werd in 1790 de huidige sluis gebouwd en ontwikkelde het dorp zich tot een uitvoerhaven voor turf. Na de watersnood van 1825 volgde in 1826 de bouw van een schutkolk, met aan de noordzijde een sasdijk. De vervening in de omgeving van het dorp geschiedde vanaf de Hoogeweg. Na 1947 werden veel woningen verbouwd tot weekendhuisjes. Bij het dorp ligt het bezoekerscentrum van het vanaf 1956 ontstane natuurreservaat ‘De Weerribben’.
Het gebouw Rehoboth van de Vrije Zendingsgemeente (Hoofdstraat 10) dateert uit 1880 en is een zeer eenvoudige zaalkerk met overstekend dak en topmakelaar. Het interieur bevat een midden-18de-eeuws orgel met orgelkast, voorzien van een fluitblazend engeltje.
Vervenershuisjes. Langs de Hoogeweg staat een aantal karakteristieke, met riet gedekte vervenershuisjes uit de eerste helft van de 19de eeuw: Hoogeweg 1, 2, 6, 8 en 20. Elk huisje heeft één hoger opgetrokken zijgevel met toegangsdeur en twee korte gevels met houten bovenstuk. De meeste zijn nu in gebruik als vakantiewoningen.
Boerderijen. Eveneens karakteristiek zijn de keuterboerderijen Hoogeweg 4 en Hoogeweg 5. Deze boerderijen uit de eerste helft van de 18de eeuw hebben een met riet gedekt bakstenen woongedeelte en een houten, nagenoeg vierkant bedrijfsgedeelte met grondtas.
Molens. Aan de rand van het natuurreservaat ‘De Weerribben’ staat langs de Hoogeweg een aantal kleine herbouwde molens die niet zozeer gebruikt worden voor het droogmalen als wel voor het inmalen van water ten behoeve van het in het reservaat aanwezige trilveen. De beide paaltjaskers of tonmolens (Hoogeweg ong.) zijn respectievelijk gebouwd in 1963 en 1977. De spinnekopmolen De Wicher (Hoogeweg 3) werd in 1982 gebouwd op de plaats van zijn voorganger, die in 1943 werd gesloopt en tot dan toe de Boonspolder bemaalde.
Gemaal. Ten oosten van Ossenzijl, halverwege het in 1927-'34 gegraven kanaal van Steenwijk naar Ossenzijl, ligt het Prof. Dr. J.R. Slotemaker de Bruinegemaal (A.F. Stroinkweg 10), een functionalistisch vormgegeven elektrisch gemaal uit 1933 dat de polders Wetering-Oost en Gelderingen bemaalt.
Kalenberg. Dit tweerijige waterstreekdorp ligt ten zuidoosten van Ossenzijl, midden in natuurreservaat ‘De Weerribben’. Het dorp wordt in 1323 voor het eerst genoemd. Aan het eind van de 18de eeuw won het gebied aan belang door de natte vervening, waarbij de Oudweg(sloot) werd verbreed tot Kalenbergergracht. Nadat aan het begin van de 20ste eeuw de turfwinning was gestaakt, stapte men de over op extensieve veehouderij, aangevuld met rietteelt en visserij. De in 1958-'59 aangelegde ontsluitingsweg maakte een einde aan de geïsoleerde ligging van het dorp over land. De Herv. kerk (Kalenbergerpad 2) is een uit 1881 stemmende zaalkerk met aangebouwde consistoriekamer. De voorm. openbare lagere school (Kalenbergerpad 1) is in 1887 gebouwd als drieklassige school. Ten zuiden van Kalenberg ligt het tweerijige waterstreekdorp Nederland.