sche Bierbrouwerij van H. Meyling en J.H. Barteling (Brouwerijstraat 47-51) is nog wel wat bewaard gebleven, waaronder het 1894 door J. van der Goot en C.J. Kruisweg ontworpen kantoorgebouw in neorenaissance-vormen en een pakhuis met jugendstil-elementen uit 1900. Van de
houthandel Hutonie D.O.H. (Enschedesestraat 166) staat er nog een fabriekshal met expressionistische details uit 1923. In 1900 lieten R.W.H. Hofstede Crull en W. Willink aan de Bornsestraat een elektriciteitsstation bouwen waaruit in 1908 de
Heemaf ontstond. In 1917 werd de fabriek verbouwd en aan de achterzijde uitgebreid met een inmiddels gesloopt gedeelte. Het pand aan de voorzijde (Bornsestraat 7) werd in 1932 herbouwd in betonskeletbouw en huisvest nu Hengelo's Educatief Industriemuseum. Het ernaast gelegen kantoorgebouw van de Heemaf (Bornsestraat 3) met zijn gebogen betondak en lagere voorbouw werd omstreeks 1940 gebouwd. De in 1907 opgerichte fabriek van
F. Hazemeyer ligt ingeklemd tussen de spoorlijnen naar Almelo en naar Delden. De fabrieksgebouwen in betonskeletbouw uit 1917 kwamen tot stand naar ontwerp van A.G. Beltman; de latere uitbreidingen geschiedden onder leiding van de bedrijfsbouwkundige H.T. Buis, waaronder de betonskeletbouw uit 1928. Het fabrieksgebouw aan de voorzijde (Tuindorpstraat 61) stamt uit 1939. Het geheel maakt sinds de fusie in 1963 deel uit van de Holec-fabriek. Aan de zuidzijde van het Twentekanaal verrees in 1948-'49 een nieuw fabrieksgebouw voor de
NV Hollandse Signaal (Zuidelijke Havenweg), naar plannen van G. Beltman jr. en vormgegeven door H.W. van Lelyveld. Het bestaat uit een langgerekt kantoorgebouw met aan de kanaalzijde fabriekshallen. Dit gebouw vormt de kern
van het tot een industriecomplex uitgegroeid geheel. Ter vervanging van de verwoeste fabriek bij het station kwam langs Geerdinksweg en Woolderesweg in 1954-'55 de nieuwe fabriek tot stand van de
Koninklijke Weefgoederenfabriek C.T. Stork & Co. De constructie, uitgevoerd in voorgespannen beton, bestaat uit langgerekte, geschakelde enkelvoudige schaaldaken. Een dergelijke constructie met grote vrije ruimte, goed geschikt
Hengelo, Koninklijke Weefgoederenfabriek C.T. Stork & Co.
voor brede weefgetouwen, werd hier voor het eerst gebouwd. Het kwam tot stand naar plannen van G. Beltman jr. en zijn constructeur B.A. Sassen; de bouw werd uitgevoerd door de Kon. Ned. Maatschappij voor Havenwerken NV te Amsterdam. Een vergelijkbare fabriek werd in 1956-'57 ontworpen voor de Weverij De Ploeg te Bergeijk. Aan de voorzijde (Geerdinksweg 201) werd in 1956 een kantoorgebouw toegevoegd naar plannen van G. Beltman jr. en vormgegeven door H.W. van Lelyveld. Na sloop van het machinehuis biedt het complex nu plaats aan diverse winkels. De
watertoren (Watertorenlaan ong.) is een bakstenen toren met overkragende bovenbouw in sobere neorenaissance-details, gebouwd in 1896 naar plannen van J. Schotel voor de ‘Maatschappij tot waterverschaffing Stork’. De toren, met een ijzeren hangbodemreservoir, werd in 1948 verbouwd en versoberd. Naast de toren staat een dienstwoning uit 1914 en een gebouw voor een elektrisch gemaal uit 1922. De
locomotievenloods (Waarbekenweg achter 2-4) is een sober vormgegeven pand met neorenaissance-details, ontstaan tussen 1899 en 1902 als onderdeel van het nieuwe, hooggelegen spoorwegemplacement.
Station en perronoverkapping (Stationsplein 1). In 1899 ging men over tot de aanleg van een verhoogd spoorwegemplacement en in 1902 verving men het oude station uit 1866 door een nieuw naar plannen van G.W. van Heukelom. Het station zelf werd in 1944 verwoest, maar de perronoverkapping, bestaande uit geklonken vakwerkkniespanten, bleef bewaard. Het nieuwe station met vele sierbetonelementen en zijn slanke toren met wijzerplaten werd in 1951 gebouwd naar plannen van H.G.J. Schelling. De Europatunnel (Spoorstraat ong.) kwam in 1959 gereed in een voor die tijd kenmerkende ranke wederopbouw architectuur, evenals de kiosk (Stationsplein 1a).
Het Tuindorpsbad (Vijverlaan 65) is een zwemvijver ontstaan in 1922 door aanpassing van de zandput, die was gebruikt ten behoeve van de bouw van het tuindorp 't Lansink. In 1924 werden de kleedkabines en steiger gebouwd, alsmede de badmeesterswoning naar plannen van K. Muller en A.K. Beudt. Het Prins Bernhardplantsoen (Prins Bernhardplantsoen ong.) is een omstreeks 1925 aangelegd park in late landschapsstijl met muziektent en volière.
Begraafplaatsen. De Isr. begraafplaats (Dennenbosweg 42) is een door een muur omgeven begraafplaats, gesticht in 1775. De toegang wordt gevormd door een omstreeks 1890 gebouwd reinigings- of metaarhuisje. Op de begraafplaats liggen vele grafstenen, waarvan er enkele door hekken omringd worden. De Oude Alg. begraafplaats (Bornsestraat 29) werd in 1840 gesticht op de plaats van de in 1837 afgebroken middeleeuwse kapel van huis Hengelo. De oudste grafsteen zou uit 1625 dateren. In 1894-'95 werd naar plannen van J. Haarhendriks een imposant poortgebouw met dakruiter gebouwd, geflankeerd door een bergplaats en een dienstwoning. Op de fraaie verstilde begraafplaats bevinden zich diverse interessante graven, waaronder die van J.E. Stork († 1898), H.J. Ekker († 1896), met kranstrommels, zijn vrouw A.W. Stork († 1902) en C.P.M. Lodder († 1892). De laatste begrafenis vond in 1949 plaats. De Alg. begraafplaats (Oldenzaalsestraat 349) werd in 1910 aangelegd naar plannen van L.A. Springer. De toegang bestaat uit een neoclassicistisch poortgebouw met twee dorische zuilen van zandsteen op achtkante postamenten; het bouwjaar 1910 staat vermeld in het tympaan. De aangebouwde aula stamt uit de jaren twintig. Op de begraafplaats ligt onder meer het graf van O. Stork († 1923).
Houten boortorens. In het gebied ten zuiden van Hengelo en overwegend