vormen. Achter het hoofdgebouw, en met een gang daarmee verbonden, staat een kleiner gebouw met trapgevels. Dit oorspronkelijk als ‘zomerkamer’ bedoelde bouwdeel werd herbouwd bij de restauratie. Op het terrein staat verder nog een uit 1866 daterend, langgerekt bijgebouw, dat werd opgetrokken als affuitenloods en opslagplaats voor artilleriemateriaal.
Het voorm. arsenaal (Benedenkade 6) [4] is een diep pand, gebouwd in 1793 naar plannen van Philip Willem Schonck. De voorgevel heeft twee poorten met hardstenen classicistische omlijstingen voorzien van zwarte ornamentschildering; de sluitstenen tonen een Medusakop.
Het voorm. wachthuis (Benedenkade 4) [5] dateert uit de tweede helft van de 18de eeuw. Het is een dwars pand met aan de voorzijde een ingebouwde galerij met bakstenen boogstelling.
Woonhuizen. Het stadsbeeld van Willemstad wordt bepaald door eenvoudige, voornamelijk diepe, 17de- en 18de-huizen, waarvan een aantal is voorzien van 19de-eeuwse gevels. Voorstraat 25 bezit een gepleisterde lijstgevel uit het derde kwart van de 19de eeuw, maar het huis is getuige het jaartal 1636 in de achtergevel beduidend ouder. Kerkring 37, een diep huis met tuitgevel, dateert uit het eind van de 17de of het begin van de 18de eeuw. Voorstraat 1-3 is een drielaagspand met empire-lijstgevel uit het begin van de 19de eeuw. Het gepleisterde herenhuis Voorstraat 63, met schilddak en kroonlijst, dateert uit dezelfde tijd. Kerkring 25 is een 19de-eeuws neoclassicistisch herenhuis.
Bedrijfsgebouwen. De ronde bakstenen stellingkorenmolen ‘d'Orangemolen’ (Bovenkade 11) [6] dateert uit 1734-'35. In het 18de-eeuwse hoekpand ‘In de Blaauwen Molen’ (Voorstraat 65) was een grutterij annex rosmolen ondergebracht. De huisnaam en een 18de-eeuws tegeltableau met de afbeelding van een paardentredmolen en de tekst ‘de Willemstadtsche Grutterij’ verwijzen hiernaar. Aan de Bovenkade staan enkele voorm. pakhuizen; de nummers 3-3a dateren respectievelijk uit 1806 en 1817, nummer 2 uit 1854.
Verdedigingswerken. De grotendeels in 1583-'87 aangelegde vestingwerken
Willemstad, Mauritshuis
bestaan uit een hoofdwal met zeven, naar de provincies van de Republiek genoemde,
bastions. Binnendijks liggen de bastions Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland en Overijssel. De twee buitendijkse bastions - Gelderland en Groningen - zijn in 1603 aangelegd; oorspronkelijk bevonden zich hier twee redoutes. Om de hoofdwal lopen de vestinggracht en een enveloppe met buitengracht. Twee
beren sluiten het binnendijkse deel van de vestinggracht af en vormen de verbinding met de dijk langs het Hollands Diep. De westelijke beer is een aarden dam, die aan de oostzijde is van baksteen en voorzien van een monnik. De vesting had twee poorten, maar die zijn verdwenen: de waterpoort aan de havenzijde in 1872 en de landpoort, aan het einde van de Landpoortstraat, al in 1792. Vóór de voormalige landpoort ligt een in 1625 aangelegd en later vergraven ravelijn. Op het bastion Utrecht staat een
kruitmagazijn [7] uit 1811. Op de flanken van het bastion Holland staan enkele door de Duitsers gebouwde betonnen bunkers uit de Tweede Wereldoorlog.
Fort De Hel (Helsedijk 81), gelegen ten zuiden van de stad, werd in 1812 onder de naam ‘l'Enfer’ aangelegd door de Franse genie op de plaats van de uit 1747-'48 daterende redoute ‘Anna’. Het fort kreeg een zware, lage bakstenen toren met geschutsplatform, alsmede een wachthuis. In de jaren 1883-'84 werd het fort gewijzigd, waarbij de toren gronddekking kreeg. De toren en de gracht zijn nog aanwezig.
Boerderijen. In de omgeving van Willemstad liggen boerderijen bestaande uit een rechthoekig woonhuis met zadeldak en een grote, vrijstaande schuur met wolfdak. De boerderij Oostdijk 12 heeft een 17de-eeuws woonhuis waarvan de vensters zijn voorzien van uitgekraagde korfbogen. Jongere voorbeelden zijn Oostdijk 18 uit omstreeks 1800, en Noordlangeweg 4 en Hoeve Stadzicht (Steenpad 3) uit het begin van de 19de eeuw.