Den distelvink
(1649-1650)–Jacob Steendam– AuteursrechtvrijSiel-Sang:
| |
[pagina 24]
| |
3.
Ga naar margenoot+Na het waarachtig-Beeld.
De Vaders voor-gespeeld,
Door schaduwen, der dingen,
Die namaals souden zijn
In waarheyt: boven schijn:
Daar d' Eng'len nu van singen.
4.
Ga naar margenoot+'t Waarachtig Vrouwen.Saad
Dat (willig) op sich laad
Ga naar margenoot+Den last der uyt-verkoren.
Dat ons uyt Abraham,
Iuda, en Davids Stam,
In Bethlem, is geboren.
5.
Ga naar margenoot+Een Maagd heeft hem gebaard:
Dies is hy (uyt den aart)
Een Mensch, een Soon des Menschen:
Wiens an-gename-dach
Den vriend des Heeren sach:
Na sijn begeert, en wenschen.
6.
Siet: heden is dit Heyl
De Arme-sondaars veyl:
In Adams-val verloren.
Ga naar margenoot+Om dat dien Vrede-Vorst
Des Werelds sonden torst:
En stut sijns Vaders toren.
7.
Al 't geen oyt is voorseyd,
Voor-beeld, en uyt-geleyd,
Beloofd, en toe-gesworen,
Ga naar margenoot+Van Gods Gesalfde-Knect:
Is nu, in hem, te recht
Vervuld: voor yders oren.
| |
[pagina 25]
| |
8.
Hy is des Levens-Boom:
De levendige-Stroom:
De Son, het Licht vol klaarheyd:
De Star, die luchtig schijnt:
So dat de nacht verdwijnd:
9.
Wanneer ik in 't geheel,
En ook in yder deel,
Betrachte sijn Mensch-Warding:
Om d' uytverkoor'nen GodsGa naar margenoot+
Te vesten, op de rots
Van haar geloofs vol-harding:Ga naar margenoot+
10.
So spreekt mijn harte dan
Dat dit ziel-voedend ManGa naar margenoot+
Is (wenschelijk) geregend
Op 't heerlijk-Palastijn:
Waar door de Heyd'nen zijn
Na Ziel, en Lijf gezegend.
11.
Treed-toe (ô Christen-schaar)
Tot desen Middelaar:
En rust op sijn voldoening.
Die in sich heeft gewrocht,Ga naar margenoot+
En yder toe-gebrochtGa naar margenoot+
Een eeuwige-versoening.
|
|