Ruisend valt het graan
(1995)–A.C.W. Staring– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 89]
| |
Giet gij vocht in stromen neer?
't Valt mijn glas bezijden.
2[regelnummer]
Krimpt de dag? te minder nood
om bij licht te gapen.
Rekt de nacht? het komt hem wel
die gepaard mag slapen.
Laat de hof geen sappig ooft
op mijn tafel blinken?
Droge spijs teert even goed
bij wat ruimer drinken.
3[regelnummer]
Plas dan, winter, met uw nat,
storm en vries daar buiten.
Jaag uw lichte vlokken rond
voor mijn dichte ruiten.
Geef ons half rantsoen van dag
en een schotel minder.
Welgemoed bij zang en wijn
klaag ik van geen hinder.
|
|