Ruisend valt het graan
(1995)–A.C.W. Staring– Auteursrechtelijk beschermdLentezangaant.
Ferreus est, eheu, quisquis in urbe manet
Tibullus 1[regelnummer]
Geen nevelig duister
bedekt meer het veld,
geen blinkende kluister
die 't beekje meer knelt.
Het stormen is over,
de buien zijn heen,
wat ritselt in 't lover
is Zefier alleen.
| |
[pagina 87]
| |
2[regelnummer]
Vol bloeisel van boven,
vol bloemen omlaag
staan velden en hoven
en telgen en haag!
De vrolijkheid dartelt
in klaverrijk gras,
zij wemelt, zij spartelt
in vlieten en plas.
3[regelnummer]
De wouden herhalen
hun feestelijk lied.
Ook zwijgt in de dalen
de leeuwerik niet.
Van echo vervangen
bij 't rijzen der maan,
heft gij nog uw zangen
o nachtegaal, aan!
4[regelnummer]
Geen nevelig duister
bedekt meer het veld,
geen blinkende kluister
die 't beekje meer knelt!
Ontvlucht nu de steden
wie vreugde begeert!
Ontvlucht ze nog heden -
de lente regeert!
|
|