Ruisend valt het graan
(1995)–A.C.W. Staring– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 59]
| |
wat mort gij, wat noemt gij
de spijtigheid deugd!
Wat keert gij
en weert gij
de listige Min
van rijpende boezems?
Hij raakt er toch in!
De kruiper,
de sluiper
houdt ijverig wacht;
hij ligt op zijn luimen
bij dage, bij nacht!
Al sluiten
hem buiten,
met grendel en boom
benagelde poorten,
al dreigt hem een stroom,
twee achjes,
twee lachjes,
hij 's binnen, de guit!
En duizend sermoenen...
hij is er niet uit!
|
|