Nieuwe gedichten(1827)–A.C.W. Staring– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 141] [p. 141] aant. De langdradige preek. Ik ging bij A. ter preek; Vriend Z. was van 't gehoor: Z. - na wat luisterens - begint mij aan te stooten, En mompelt: ‘Goede kost, maar met lang nat begoten! Men dient ze best op een vergiettest voor.’ Vorige Volgende