Nieuwe gedichten(1827)–A.C.W. Staring– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 134] [p. 134] aant. Zonnevlekken. 1824. Een Regen zonder eind verkeert al 't land in plassen. Gij vraagt er de oorzaak van: de Zon, werd ons berigt, Kreeg Vlekken in 't gezigt, En is, zoo 'k denk, aan 't wasschen. Vorige Volgende