Brieven (2 delen)
(1916)–A.C.W. Staring– Auteursrecht onbekendAan Burgemeesteren van Haarlem.418. [begin 1823]:‘Vóór de bekendmaking van het ProgrammaGa naar voetnoot1) der Hollandsche Maatschappij van Fraaie Kunsten en Wetenschappen, waarbij, als Onderwerp van een Dichtstuk, de Uitvinding der Drukkunst is opgegeven, bestond reeds het nevensgaande VersGa naar voetnoot2). Al was hetzelve ook meer verdienstelijk, zoo bleef het Stukje dan evenwel nog, door zijne kortheid, beneden de gebruikelijke maat der Prijsverzen. Nogtans wenschte de Maker van zijne hulde aan Koster, en van zijne belangstelling in het Haarlemsche Feest blijk te geven, en neemt de vrijheid om tot dat einde zijn klein Gedicht eerbiediglijk aan Uwe Edelachtbaren in te zenden. Kan de goede wil van zijne nederige Muze, op één of andere wijs medewerken, ter bereiking van het doel der feestelijke Plegtigheid binnen Haarlem, zoo zal het openen van bijliggend Billet strekken, om hem berigt te doen erlangen, van 't gebruik, hetwelk men van het Vers zoude verkiezen te maken. Is er te veel voortreffelijks, en tot onderscheiden oogmerken bruikbaars ingezonden, om eenige acht op zijne zwakke poging te slaan, zoo gelieven Uwe Edelachtbaren het Dichtstukje, met het ongeopende Billet, in derzelver tegenwoordigheid te laten verbranden - Saeculo festas referente luces - CarmenGa naar voetnoot3). | |
[pagina 313]
| |
Ten geleide.
Dat Leijden hem bekroon', die Haarlems glorie zong;
En klink' des Dichters Naam door 't juichend Neêrland weder!
Ik leg dit Lied, dat naar geen Kransen dong,
Op 't Eeuwgetij', aan Kosters voeten neder.
|
|