Brieven (2 delen)
(1916)–A.C.W. Staring– Auteursrecht onbekendAan Koning Willem I.392. Wildenborch October 1827:Sire,
Het zij mij geoorloofd Uwe Majesteit eene kleine verzameling van Gedichten aan te bieden. Ik verkeer niet in den waan, dat dezelve Uwer Majesteits aandacht, op zoo gewigtige zaken gevestigd, verdienen bezig te houden; maar ik hoop dat de vaderlijke goedheid van Uwe Majesteit mij wel zal gelieven te vergunnen, om, met een tweetal regels, op bladzijde vijf en negentigGa naar voetnoot1) van het Boekje kenbaar gemaakt, andermaalGa naar voetnoot2) bij Denzelven bescheidenlijk te gewagen, van een te nemen (weinig kostbare) Proef, wier uitslag mij, na ingewonnen oordeel van een aantal bevoegde personen, in het vak der Hydrauliek theoretisch en practisch kundig, nog bij aan- | |
[pagina 282]
| |
houdendheid geen teleurstelling vrezen doet, en wier gelukken van onschatbaar belang wezen zoude’.... |
|