Brieven (2 delen)
(1916)–A.C.W. Staring– Auteursrecht onbekendAan H.C. SteupGa naar voetnoot3).358. ter Wildenborch den 2 April 1817:MijnHeer,
De Piano is in den besten staat overgekomen. Ik heb UWEDs Zangwijze voor Göthes Kennst du das Land mede wel ontvangen en zie het verdere verlangend te gemoet; vooral de mij vriendelijk toegezegde Klavierbegeleiding | |
[pagina 262]
| |
van het zo even genoemde Lied; bij meerderen tijd zal ik beproeven om Nederduitsche woorden voor hetzelve te makenGa naar voetnoot1). Ondertuschen is mij UWEDs wijze voor het Volkslied van den Ridder Tollens Wien Neêrlands bloed enz. in de gedachte blijven spelen. - Ik heb daarop de bij liggende woordenGa naar voetnoot2) gemaakt, die te ernstig zouden zijn voor de Muziek van den Heer W.Ga naar voetnoot3). Misschien ware UWEDs zangwijze met mijne woorden uittegeven? In allen gevalle zoude het mij een zeer groot genoegen zijn, wanneer UWED. mij deszelfs compositie op Wien Neerlands bloed voor het Klavier gezet geliefde medetedelen opdat wij hier eens beproeven hoe mijn Text daarbij passen zoude’.... ‘UwEDs beide zangwijzen zal ik ook in geene verdere handen dan die van mijne kinderen laten komen’.... | |
359. 19 Aug. 1817:MijnHeer
Ik wenschte wel een klein draaiorgelGa naar voetnoot4) te hebben om buiten bij gebrek van een orkest voor het dansen van eenen huiselijken kring te worden gebruikt. - Hetzelve behoorde niet veel te kosten en kon daarom uitwendig ook zonder sieraad wezen; mids het inwendig sterk van maaksel en het geluid volkomen zuiver en goed ware. Op den cylinder of de cylinders zouden ten minste een drietal walzen, een paar engelsche contredansen, en eene fransche of quadrille dienen te staan - waarvan ik de muziek desnoods alleen met enkele noten voor de regterhand genoteerd gaarne te voren zag’..... | |
360. 23 Novbr. 1817:Staring vraagt in plaats van de kleine een groote dwarsfluit, als een kind die tenminste kan bespelen. ‘Ik wenschte wel een Leerboek voor het zingen te hebben - doch niet te duur’.... ‘De composities op Wien Neêrlands bloed heb ik UwEd. weder toegezonden omdat ik (bij nader overleg) begreep dat het verschijnen van mijne woorden met eene zangwijs die mede naar den prijsGa naar voetnoot5) gedongen had | |
[pagina 263]
| |
voor een uitlegging vatbaar zoude zijn waaraan ik mij niet bloot wilde stellen, als zeer bekend zijnde met den Heer v. Kinsbergen’.... Hij stuurt nu zelf een wijs en vraagt aan Steup deze tweestemmig te maken en van een accompagnement te voorzien. | |
361. 29 Dec. 1817:De muziek voor het dichtstukje: het VaderlandGa naar voetnoot1) heeft Staring op dun papier overgeschreven. Misschien was het beste hetzelfde ‘formaat als mijn WilhelmusGa naar voetnoot2) en een paar andere stukjes bij Nolting in 't licht verschenenGa naar voetnoot3), ten einde hetzelve met het niet ondertekende KrijgsliedGa naar voetnoot4), bij UWEd. uitgekomen, dat bijna even zo gedrukt is eene kleine verzameling helpe uitmaken die van tijd tot tijd nog zoude kunnen aangroeien; ten minste heb ik mij dien aangaande zo half en half schuldenaar van den Heer Nolting gemaakt’.... | |
362. 6 Mei 1822:Staring zendt een zangwijs, hij weet niet vanwaar de wijs is gekomen; ze was onder de studenten aan een kleine Academie in omloop. De oorspronkelijke text is kreupel Latijn, een lied tot roem van de Lente. St. werd door het lied getroffen en verzocht een van de zangers de noten op te schrijven en maakte nu een nieuwen tekst voor de studeerende jeugdGa naar voetnoot5). De vertaling voegt hij er bij. Misschien zou het goeden aftrek vinden, als het voor drie stemmen gezet werd; de opdracht zou kunnen zijn: Studiosae Juventuti Heeft Steup lust de uitgave te wagen? Een vertaling te maken die op dezelfde wijs gezongen kan worden, daar ziet St. geen kans toeGa naar voetnoot6). De piano's houden zich goed. | |
[pagina 264]
| |
363. 4 Junij 1822:Staring dankt Steup voor zijn goede meening over het gedicht; hij brengt in het Latijn enkele veranderingen. Een gedeelte van de wijs kan er misschien onder gezet worden voor de ‘min geoefende zangers - die men bij ons, inzonderheid onder onze mans, maar al te veel aantreft!’.... Ook de Nederl. vertaling is wat gewijzigd. Zijn naam kan er met een * onderkomen. Lulofs, de Secretaris van Zutfen, heeft de wijs in noten geschreven. | |
364. Wildenborch den 18 Junij [1822]:Staring verzoekt wat van de nieuwste Fransche, Duitsche en eenvoudige Italiaansche Muziek te sturenGa naar voetnoot1). Wanneer het Encom. Patr. op een concert van Felix Meritis gezongen kon worden, was dit niet kwaad. Hij zou nog graag een proef zien, er kunnen zoo licht feilen insluipen. | |
365. Wildenb. 1 Octbr. 1822:Staring heeft uit een Staatscourant vernomen dat door Steup het Encomium Patriae aan het Min. v. Binnenl. Zaken is gezonden. De zes beloofde exemplaren wil hij niet meer hebben, maar wel een voor eigen rekening om niet het allerlaatst met deze uitgave kennis te maken en den Heer Lulofs een exemplaar te kunnen zenden. Deze kleinigheid kan wel op de rekening van Van Löben Sels of A. Op ten Noort gezet wordenGa naar voetnoot2). |
|