Brieven (2 delen)
(1916)–A.C.W. Staring– Auteursrecht onbekendAan Winand (vervolg).132. Wildenborch den 3 Junij 1839:‘Gods besten zegen, mijn lieve Winand, op uwe Dientje en op haar' Zoon! - Ik wenschte dat gij getuige had kunnen zijn van de onuitsprekelijke vreugd en godsdienstige dankbaarheid uwer Moeder, aan welke ik [de] heugelijke tijding bragt, terwijl zij nog te bed lag’. | |
133. [1840]:‘Eer aan uwe vlugheid! maar of de mijne wel daaraan zal kunnen beantwoorden terwijl PanhuysGa naar voetnoot2) en Dientje hier zijn - de klok over zessen is - de Thee nog niet gedronken - de Muziek gereed liggend - en mijn opstaan 's morgens iets later dan de dageraad is - daaraan laat zich met grond geweldig twijfelen! Duizend groeten! Uw liefhebbende Vader’. |
|