Brieven (2 delen)
(1916)–A.C.W. Staring– Auteursrecht onbekend
[pagina 55]
| |
Aan zijn Schoonzuster Cornelia van der Wijck - van der MuelenGa naar voetnoot1).54. ter Wildenborch den 4 Apr. 1819:Staring bericht de geboorte van een dochter. ‘Ons Kind zal, als ConstancesGa naar voetnoot2) Peetkind, met haar eersten naam Constance heten, met haren tweden Ernestine, naar mijn zwager Ernst Seis, die daarvan niets weet, en ook geen Peet zal zijn. Ik wilde alleen in hem als den oudsten een bewijs van vriendschap aan de Broeders en Zusters van mijne eerste vrouw geven. De derde naam zal Theodora (Godsgaaf) wezen, want Charlotte heeft veel smart geleden’.... | |
55. Wildenborch den 17 Febr. 1822:Het eerste gedeelte heeft Staring's vrouw geschreven. Hijzelf vraagt of van der Wijck gaat verhuizen.... ‘Naar Frankrijk - neen! daar loopt het al te gek en men zou zich schamen om mee onder die Dollemannen te horen die nimmer op de schreef kunnen blijven’.... ....‘Ik heb een korte schets van onze Geldersche geschiedenis geklad - die evenwel nog zeer de schaaf behoeft en niet dan Kronijk voor de Kinders is’.... | |
56. Wildenborch den 15 Maart 1825:Ga naar voetnoot3)....‘Gelderland heeft door de overstroming veel minder geleden dan Vriesland en Overijssel. Noord Holland ook veel minder. Hoe groot de schade is kan men opmaken uit de som van acht millioenen, die het Gouvernement gevraagd en gekregen heeft, om dezelve zo veel mogelijk te herstellen - en het gebrek aan inkomsten der Landskas tegemoet te komen, dewijl toch de geïnundeerde streken dit jaar weinig of niet zullen kunnen opbrengen. Men mag ons Nederlanders - vooral de noordelijke - wel een kroon op het hoofd zetten, tot erkentenis van de weldadigheid waarmede de noodlijdenden vrijwillig zijn bij gesprongen. Voor rekening van het kleine Zutphen komen ver over de Zestienduizend guldens. Ons onbeduidend Lochem heeft 14 à 1500 glns gegeven. Amsterdam heeft vorstelijk gegeven. Dit zijn de vruchten van onze Nederlandsche spaarzaamheid, en wij kunnen er de buitenlanders op wijzen, als zij het van onze gierigheid hebben. | |
[pagina 56]
| |
Onze WillemGa naar voetnoot1) heeft laatst met DientjeGa naar voetnoot2) een Quatre Mains uit Don Juan - op het Concert te Zutphen gespeeld. Hij had de eerste partij. Het werk liep best af, maar ik hield er mijn hart bij vast. CarolineGa naar voetnoot3) - 't was haar vrije dag en haar Koorts buiten dien, zo 't scheen over - kwam tegen den tijd dat de kunst zou vertoond worden ook op 't Concert, 't Waren beide hare elèves, en Willem had, bepaaldelijk tot dien dag toe, voor géén meester den vinger op het Klavier gehad’.... | |
57. Zutphen den 15 April 1825:Staring meldt het sterven van MathildeGa naar voetnoot4), zij had mazelen en kreeg er zenuwkoorts bij. Hij heeft zelf de tijding op den W. gebracht. Caroline en Matli. waren tot M's huwelijkGa naar voetnoot5) altijd samen. .....‘Ik heb de treffendste bewijzen van deelneming van de gehele stad ontvangen. - De liefde en achting van de aanzienelijker Burgerij en de zegen van de Armen volgt ons goede Kind in het graf dat zo vroeg voor haar geopend is - o ik had zo veel - zo veel uitmuntends van haar te zeggen en ik ben zeker van door niemand die haar gekend heeft weersproken te worden - maar mijn hart breekt wanneer ik dáárin trede en ik moet mijzelven sparen’..... Zijn vrouw en Caroline kunnen hem niet helpen bij de beslommeringen. Den kleinen Jan Brants zullen ze bij zich nemen. | |
58. Wildenborch den 26 April 1825:Door de aandoeningen zijn de oogen van Charlotte wat minder. Staring heeft het huis van Mathilde aangekocht: ‘Van welke huiselijke genoegens, die zij daar zoude genieten, heeft ons lief, zo vroeg verloren Kind gedroomd! - maar, ja! aan de beste genietingen, die ons deze waereld kan schenken, kleeft onvolmaaktheid, en de vervulling van hare wenschen zoude ook geen volmaakt genot zijn geweest. - Zij heeft dan niet verloren bij hare verplaatsing in een hoger kring - slechts wíj - die haar zo liefhadden - wij zijn het alleen die verloren hebben!’..... | |
[pagina 57]
| |
gebragt, en zo veel werk hier voor mij zaam doen loopen’. Hij is van plan een ‘medezorgster’ in huis te nemen. Zijn schoonzuster raadt een Juffrouw ClignetGa naar voetnoot1) aan, die lang in Duitschland was. Wat zal het honorarium wezen? ‘Wij hebben zes Kinderen, die ons niet weinig geld kosten, want geen één heeft nog een bestaan, dewijl toch de Zeeman ook vrij wat bijstand blijft behoeven; dit artikel is dus in 't geheel niet onverschillig’..... .....‘Gij schrijft ons ook eens, of Mej. Clignet lang of kort, dik of dun, zwart of wit is? - Verdraait of kreupel of eenogig mag zij niet wezen! - En hoe oud omtrent?’..... Naar aanleiding van het overgaan tot het Katholicisme van een ‘Stirum’ schrijft S.: ‘Meer dan waarschijnlijk zal ook het godsdienstig onderwijs van dat jonge mensch zo lugtig of zo ouderwets orthodox zijn geweest dat daartoe de grond tot zijn stap is gelegd geworden. Men had ook bij de Protestanten sedert enigen tijd te zeer nagelaten om Jongeluiden in staat te stellen om ons stelsel tegen aanvallen van anders denkenden te verdedigen’..... | |
60. Wildenborch den 27 Aug. 1827:Laat Juffr. Clignett zoo spoedig mogelijk komen. Staring komt terug op den geloofsovergang van v. Styrum. ‘Van meer gewigts zoude het zijn - zo wíj aan het zieltjes winnen gewigt hegtten! - dat de bekende Dichter Tollens, te Rotterdam, van Roomsch, Remonstrantsch-Protestantsch is geworden. - Láng wist ik iets van zijne gezinning, maar hield het voor mij zelven - doch thans is mij zijne verandering van Godsdienst als iets zekers en publiek bekends verteld. - De vroege confidentie aangaande de denkwijs van Tollens was mij, in Rotterdam, door een Mennist gedaan, die er wel op scheen gesteld, dat Tollens niet Roomsch bleef maar met tamelijke gelatenheid scheen te zullen afwachten bij welke afdeling der Protestanten hij zich zoude voegen - wij waren het dus tamelijk eens ten aanzien der protestantsche tolerantie. Onze Dientje zal over weinig dagen hare beleidenis doen. Zij heeft juist thans de nodige rust om zich tot dien stap voor te bereiden’..... | |
[pagina 58]
| |
omstandigheden die slechts zeer kort verleden zijn en daar hare phantasie niet ophoudt met werken haakt deze dus een aantal dingen verkeerd aan elkander’.... .....‘Van onzen WinandGa naar voetnoot1) krijgen wij telkens goede berigten uit Leijden, maar hij is nog niet ontgroend - en vermorst daardoor tot zijne en mijne ergernis - zijn meesten tijd - want men heeft op het artikel groen te Leijden een aantal aardigheden die geweldig laf en jongensachtig zijn. - Dit maakt dan ook onder anderen dat Winand op het Kollegie van de GelderGa naar voetnoot2) niet mag respondeeren - tot hij geen groen meer is - schoon hij van de Mathesis meer weet dan misschien een half Dozijn oude studenten, die daar, bij 't respondeeren, hunne onkunde moeten laten blijken’..... | |
62. 8 Jan. 1828:Maurits is in Texel binnengekomen. ‘Hoe zal ik u onze vreugde schilderen toen die Brief kwam!.... Wat angsten stonden wij een jaar geleden om dezen tijd uit - en hoe weinig stof tot juichen hebben wij hier allen sedert geruimen tijd gehad. - Dit is evenwel van mijne zijde geen morren - want volmaaktheid woont hier niet en ik heb dezelve nooit van deze waereld gevorderd. - Ook heb ik bij veel smart ook veel genoegen op dezelve gesmaakt en ben vér van mij (gelijk Bilderdijk doet) hier als op een mesthoop neêrgesmeten te beschouwen!’.... ‘Onze Winand heeft zo lang gedrensd, dat hij nu in de Philosophie, inplaats van in de Regten, zal studeeren - het laatste verschafte hem, mijns bedunks, een zekerder vooruitzigt van bestaan..... maar - maar - zijn Papa had ook een ingeschapen aversie van den Pleitzak; en ik vertrouw, dat de Jongen zich zal zoeken te distingueeren’..... | |
63. Wildenborch den 13 Aug. 1828:.....‘Met genoegen heb ik gezien dat het huwelijk van onze Prinses Marianne geen wrijving tuschen ons en Zweden te weeg zal brengen. Dit blijkt dááruit, dat de Marine van beide Rijken wederkerig elkander in de bescherming der Koopvaardij ers in de Middelandsche zee zal bij staan. Als het de Russen gelukt, om voor Konstantinopel te komen, en de Turken daaruit met vrouw en kind weglopen, zo als zij uit de steden van Romeliën doen dan moet men, om oude Rijken niet uit te breiden, maar een nieuw maken, en Gustaaf van Zweden tot Koning van Thraciën kronen. De Verhuizers van den Rijn - Ierland, enz. kunnen dan de ledige huizen, in de Hoofdstad, en in de ruimte | |
[pagina 59]
| |
vandaar tot aan den Balkan komen vullen. Het Serail wordt een Boiten plaas - en ik - Grootkruis van de Nieuwe Maan (in plaats van het Turksche laatste kwartier) omdat ik dit achter den Lochemer Berg zo mooi heb uitgedacht’..... St. heeft zijn zwager en schoonzuster gevolgd op hun tocht langs den Rijn. ‘Jammer, dat wij hier niet mede een stukje van die natuur en wat van die oude ridderlijke verblijfsels hebben, waardoor men zich zo gaarne op den stroom van den tijd laat terugvoeren. Als wij hier een schoon landschap zien, is het altoos schoon zonder grootsheid, en onze oude hertimmerde Kasteelen spreken niets tot dengenen, die hunne historie niet kent’..... | |
64. Wildenborch den 17 Febr. 29:‘De papieropruiming waarmede mijn Broeder schreef bezig te zijn, heb ik reeds bij twee reprises bewerkstelligd; maar ik heb nog een grote staart laten zitten, die er eindelijk óók áán zal moeten; want het ìs zoo; die ons opvolgen beoordeelen ons en anderen dikmaal verkeerd, naar gevonden Brieven en Stukken, en men plant, met al die bewaarde Geschriften, doorgaans meer tweedragt dan harmonie bij de Famieljen over. Men stelt zich met dezelve ook dikmaal bloot aan het publiek uitgeven van Opstellen, die nimmer voor het publiek geschreven waren; wanneer dezelve in verkeerde handen geraken - en op hoeveelderlei wijs kan zulks plaats hebben’..... Van zijn vrouw schrijft St.: .....‘Had de sukkel hare oogen weêr, zo zoude zij van lieverlee geheel tot haar oude doen terugkeren. In duizend kleinigheden moet dit treurig schriklijk gemis, nadelig op haar werken - op háár die altoos zo bezig en op zo onderscheiden wijze bezig was!’..... | |
65. Wildenborch den 30 Septbr. 1829:Willem speelt met Dientje quatre-mains. .....‘N.B. als Keizer Nicolaas niet meer bedingt dan vrije vaart door de Dardanellen - beter grens tegen den Caucasus - en wat millioenen in geld valt hij bij mij in ongenade hij mag gedaan hebben wat hij wil, en dan lachen zich Metternich en Wellington een bochel - nu dat was nog al aardig. -’..... | |
66. Wildenborch den 29 Octbr. 1829:Op den Wildenborch hebben alle kinderen de mazelen, Louise BrantsGa naar voetnoot1) op het JoppeGa naar voetnoot2) ook. ‘De lieve Moeder daarentegen, had het gestel van | |
[pagina 60]
| |
onze Mathilde, zij heeft geweldige Koortsen gekregen, en - meer voorbereiding laat mij tijd en hart niet toe - ik kom van het Joppe waar de treurige pligt mij riep, om onzen braven Schoonzoon in zijn verlaten staat te troosten’. Het bericht is Charlotte nog niet meegedeeld. | |
67. Wildenborch den 1 Decbr. 1829:.....‘wij hebben ons dierbaar Kind verloren’ voor dit korte leven - voor deze stip bij de eeuwigheid - moeten wij haar missen; en die haar vóór ons tot een anderen werkkring opriep is de Hoogste Wijsheid en Goedheid -’..... ‘Onlangs heb ik een Brief van den Administrateur van den Waterstaat gehad. Mijn DiepeggeGa naar voetnoot1) is ter proefneming gemaakt en de Koning wacht binnen drie maanden een voordragt ter zake van de Stoomboot welke tot de proef zoude gebezigd worden. Ik dacht dat de gehele zaak in 't vergeetboek was geraakt en mijn partij van zwijgen was genomen. Ik verblijde mij dat ik mij vergist heb. Moge de Hemel geven dat het eenvoudige middel zo werkzaam bevonden worde als ik mij hetzelve voorstel - mits wààr het behoort en zóó het behoort aangewend!’ Het is erg nat, het turf maken is mislukt. ‘Wij zijn aan het hakken om een voorlopige Houtverkoping te houden. In gewone tijden verkoop ik het Brandhout in 't voorjaar. Mijn Buren zullen, hoop ik, ook buitengewone Maatregels nemen, om de menschen te gerieven - en om ze tot geen Houtdieven uit ijzeren nood te maken’.... | |
68. Wildenborch den 16 Febr. 1831:‘Mijn vorigeGa naar voetnoot2) wordt zo spoedig door een' tweden gevolgd, niet omdat een onvoorziene lichtstraal door de duisternis van onzen staatskundigen gezigtseinder is doorgebroken, maar omdat’.... Staring's zoon Maurits is in 's Gravendeel overleden. Kort voor z'n dood kreeg St. nog een brief.... ‘Hoe raadselachtig is toch alles aan deze zijde van het graf! Hij had zich zo zeer voorbereid om eens in zijn stand zijn Vaderland meer dan gewoon nuttig te kunnen zijn. Hij tekende goed - hij verstond vier talen behalve zijn Moedertaal. - Hij had zeer veel; - ook buiten zijn vak; gelezen - op het land opgevoed wist hij een menigte van dingen, die men in steden kent noch leert; waarom hij ook met menschen | |
[pagina t.o. 60]
| |
TEEKENING VAN DEN WILDENBORCH DOOR STARING'S ZOON HUGO (1818).
| |
[pagina 61]
| |
van allerlei staat een gesprek wist gaande te houden - en hij heeft deze waereld moeten verlaten! Charlotte en ik onderwerpen ons eerbiedig aan den wil van den Alwijsheid. Meer kan ik nu niet schrijven! Nog iets evenwel: Eigenlijke Rouwbrieven hebben wij niet afgezonden; daartegen heb ik een woord meer in de aankondiging voor de CourantenGa naar voetnoot1) laten zetten; ik deel dezelve hier mede: Op den 12den dezer overleed te 's Gravendeel, onze hartelijk geliefde Zoon Maurits Everard Hugo, Tweede Luitenant bij de Marine, Kommandant van Z. Ms Kanonneerboot No. 44. Met gelatenheid gaf hij in Gods hand, na eene korte zeer hevige ziekte, het leven op, dat hij zoo willig aan het Vaderland zou' geofferd hebben, en tot geen volle vijfentwintig jaren brengen mogt. Als Vriend, Broeder en Zoon, naar verdiensten diep betreurd is hij ten grave gedaald. Wij verzoeken Nabestaanden en Betrekkingen deze Algemeene Kennisgeving in plaats van eene bijzondere aan te nemen, en houden ons van hunne deelneming verzekerd’.... |
|