Steeck-boecxken, ofte 't vermaek der jeugdelijcker herten(1725)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] Aen de Jonghmans. MYn hertjen schept een groot geneught, En heeft een over-groote vreught, Als ick genoot werdt tot Bancquet, En hebben mach de volle Pret: Dan Eet en Drinck ick dapper an, Ja schier by-na voor seven Man. Aen de Dochters. MYn hertjen wel te vreeden is, Als ick geset wort aan den Dis, Daar lustigh wat te schransen staat, Van Leckerny, en Wildt Gebraadt: En daar dan by het Franse Nat, Soo raackt mijn Lijfje vol en sat. [pagina 75] [p. 75] Vorige Volgende