Steeck-boecxken, ofte 't vermaek der jeugdelijcker herten(1725)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Aen de Jonghmans. U Hert is al te wel bekent, Het gast gaan is het steets gewent, Op schuymtjes en op de klap te gaan, Kan sich het lijdig wel verstaan, Maer 't is een schant, dat niemants voet U schralen Disch besteecken moet. Aen de Dochters. JA soete Meysje wilje niet Te gast gaen als men jou ontbiet, Dat niemant sien wil aan jou Disch, Om dat jou hert soodanigh is, Ghy hebt dat wel, maer gierigheydt Werdt jou van veelen naar geseydt. [pagina 19] [p. 19] Vorige Volgende