Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijOp de wijze: Mijn God voed my, &c.1. LAat ons eenpaar
De eenigheid der zielen,
Wel neemen waar,
En al in ons vernielen,
| |
[pagina 526]
| |
Wat liefd en vreed
In ons zou moogen krenken,
's Herten gebeed'
Den Heer geduurig schenken,
Met een ootmoed
Wandelen voor Gods oogen,
In liefde zoet
Tot malkander geboogen.
2. Naa dat 't gemoed
Des menschen is geleegen,
Gods weezen zoet
Tot hem-waards is geneegen;
Is hy vol min,
Liefd zal hem weeder-baren,
Heeft hy strijd in,
Strijd zal hem ook beswaaren;
Naa den magneet,
Daar naa vloeien de krachten,
Zoo wie dit weet,
Roep uit zijn qua'e gedachten.
3. Verlaat u niet
Op uw verstand of weeten,
Al schijnt het iet
't Is maar stuk-werk geheeten,
Buig uwen zin
Onder gemeine stichting,
Van booven in,
Vloeid wijsheids onder-richting,
Niet woord, maar geest
Kan 't hert alleen geneezen,
Niet in tempeest
Maar stilheid wil God weezen.
4. Den Noorden-wind
Verderfd veel zoete vruchten,
Dit elk bevind
| |
[pagina 527]
| |
Als hy liefde voeld vluchten,
Van Hermon komt
Den dau needer-gesteegen,
En maakt gezond.
Den vreede geefd den zeegen,
Als met eendracht
Gebroeders herten t' zaamen,
Zijn in aandacht,
Haar woort is ja en Amen.
J.P.S. |
|