Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij
[pagina 60]
| |
Vois: O Zaalig! Heilig Bethlehem.1. MYn hert bevrugt met vroolijkheid
Doet my de Geest in vreugd ontspringen,
Om aan Gods hooge majesteit
Als nu een vroolijk lied te zingen.
2. Tot vroolijkheid drijfd mijn gemoed,
Geen vroolijkheid van aarze zaaken,
Maar vroolijkheid, die vreugde voed,
Alleen in goddelijk vermaaken.
3. Op aarden is geen zoeter lust
Geen hooger vreugde te begeeren,
Als dat het hart in Gode rust,
En zig van 't weerelds af gaat keeren.
4. O! die de weeld wel in ziet,
Wat kan hy al in 't Weerelds speuren:
De Weereld, die ons anders niet
En geeft, als strijd en droevig treuren.
5. Ik zing U lof, o Heemels Heer!
Ik zing U lof, nu dat mijn zinnen
De Weereld en het aards geen meer,
Maar God en 't goddelijk beminnen.
6. Ik zing U lof, nu Gy mijn geest
Hebt tot het geestelijk gedreeven,
Waar door ik naa de ziele meest
Bespeur een wel gerustig leeven.
|
|