Madrigalia

[p. 174]

XLI. / Seconda parte

Con humil atto sta fatica mia
A te presento è con divoto cuore.
Il nome tuo spero con grande honore,
Far ogn' hor risuonar dal Gange al Tile:
Et con le Muse ivi ragionare
Che tu le ami al mondo, senza pare.

Andreas Pevernage, Harmonia celeste 1593, fo. 2^v; a 4.

Tweede deel

Met nederig gebaar bied ik deze vrucht van mijn inspanning
U aan, en met toegewijd hart;
Uw naam hoop ik tot uw grote eer
Steeds te doen weerklinken van de Ganges tot Ultima Thule,
En daar met de Muzen erover te doen spreken,
Dat gij hen liefhebt op de wereld zonder weerga.

[p. 175]

2. Parte.

't Is dese rust / daer na'k / met open wangen /^1.
Mijn siel / mijn sinnen voel joken en verlangen /^2.
Des ick versoeck / o aldermildsten Coningh!^3.
D'alderlaeghste van uw' verheven woningh:^4.
Op dat ick daer als dan vermagh te hooren^5.
D'Hemelsche musijck der Maegde-Chooren.^6.

1. daer na: waarnaar
met open wangen: ‘met open mond’ (sc. van verlangen)

2. sinnen: hart
joken: jeuken

3. Des ick versoeck: daarom bid ik ... om

4. D'alderlaeghste: het allernederigste

5. als dan: dan

6. Maegde-Chooren: zie XXXV, r. 7