Extractum Katholicum, tegen alle gebreken van Verwarde Harsenen
(1631)–Joannes Stalpaert van der Wiele– Auteursrechtvrij
[pagina 605]
| |
Stem: Rozemond hoordy noch spelen noch zingen.
WAt koddiger maek-
sel, wat drolliger dingen// Sijn de-
ze fatsoenen van Ouderlingen!
Die ons de Marassen van ’t Wal-
se Geneven// Door d’oude Presby-
| |
[pagina 606]
| |
teren hebben gegeven. Z’en komen
ten heelen, z’en raken ten halven,
Men zietze noch off’ren, noch biech-
ten, noch zalven.
II.
Zy kopen, verkopen, zy pleyten, zy kijven,
Zy zeilen, zy peilen, zy slapen by wijven//
Heel anders als wijlen de Presbyters plegen,
Daer van z’hen den tijtel, daer van z’hen den zegen
(Voor zeker met groot vermeten) berommen
| |
[pagina 607]
| |
Ter wijl dat de luyden hen Ouderling nommen.
III.
De tijtels vereeren, de naemen versieren,
Wanneerze met daden van goede manieren
Te zamen gevougt sijn: want anders verwijten
z’ Ons ydele hoomoed, van snood’ hypocrijten:
Die prijken en pronken met ledige merken,
Daer van zy de deugden niet en bewerken.
IIII.
De Ouderlingen (nae dat wy bevinden)
Het Autaer bedienden met Alven van linden:
z’En trouden geen wijven, z’onthielen van vrouwen//
En zochten haer huyzen ten Hemel te bouwen//
Bekommert om hier met zuyvere handen
Te offeren daeg’lijks de zuyvr’ off’rande.
V.
Hier neffens; zoo wijer van vreemden of vrienden//
Deur krankheyd beziekten, die troosten, die dienden//
Die beurdenze op, aen ziel en aen leden,
| |
[pagina 608]
| |
Met heiligen Oly, en starke gebeden
Tot dat hen den Hemel de zonden vergeven
Nu hadde, om heilig of zalig te leven.
VI.
De reste verzwijg ik. Maer zegt eens hoe passen
Hier op nu de kled’ren, de kragen, de kassen,
De bedden, de wijven, de kramen, de wiegen,
Van die ons de namen van Ouderling liegen?
En want zy hier inne geen regel en houden,
Zoo laet de vernieuwers, en houdt u aen ’t oude.
|
|