De Drvkker totten Zanger.
DE Aptekers hebben de gewoonte, en de Zieken de hervarentheyd, van nae de ingenome Medicamenten te bezigen een weynig Confijts, teghens de bitterheyd, of walgende zoetigheyd der zelver. Gelijke beleeftheyd hebbe ik in dezen mede willen gebruyken over den behouftigen van ‘t Extractvm Catholicvm, tot noch toe by Doses gedispenseert. Hen gevende tot dien eynde, in deze resterende bladeren papiers, als in een Peperhuysken een vijf en twintig lieffelijcke ende aengename Lofzangen: bequaem, mijns ordeels om de voorgaende Recepten, oorbaerlijck te versuykeren. Die ik daeromme te recht den naem hebbe gegeven van Bygevougde Confijten. Zult u derhalven in tijden en wijlen, daer mede ghelieven te behelpen; Ende in dank te nemen mijn ghedraghen zorg.