die trouwens niet zou kunnen worden gegeven naar aanleiding van slechts deze ene liederbundel. Voorlopig zal een verantwoorde studie van de dichter èn de musicus nog enige tijd tot de vrome wensen blijven behoren. Er moet nog te veel grondwerk worden verricht. Wij hebben daarom slechts aandacht besteed aan wat direct nodig leek voor het indringen in de tekst. Bewijzen zijn slechts zelden gegeven, met een enkele illustratie ter ondersteuning wordt doorgaans volstaan. Van de motieven die geleid hebben tot het opnemen van slechts een aantal melodieën, doet de inleiding bericht. Slechts ten aanzien van de filologische en historische verklaring bij de liedtekst is gestreefd naar volledigheid. Wij zijn ons echter van een aantal hiaten bewust. Aan pogingen om deze te delgen heeft het niet ontbroken, maar waar bleek dat verder speuren, indien al mogelijk, te veel tijd zou vergen zonder redelijk uitzicht op resultaat, zijn wij over alle bezwaren heengestapt.
De bewerking, en misvorming, van een aantal liederen uit GJZ. in het Ronde Jaer van Christianus Vermeulen, en in het algemeen de invloed van Stalparts werk op latere liedbundels hebben wij buiten beschouwing gelaten. Dit alles raakt trouwens niet de intrinsieke waarde van zijn gedichten, ofschoon het wel te eniger tijd een afzonderlijk hoofdstuk zal hebben te vormen in een studie over de dichter.
Ingewijden weten dat onze uitgave niet tot stand zou zijn gekomen zonder de voortdurende actieve belangstelling en steun van Professor L.C. Michels, die de inleiding en de aantekeningen zorgvuldig heeft nagelezen en herhaaldelijk van kritisch commentaar voorzien. Voor verschillende moeilijke plaatsen danken wij hem een overtuigende oplossing. Vaak wees hij althans een richting, of maande tot nauwkeurigheid en nadere bezinning. Het uitkomen van het boek is ons een ongezochte en welkome aanleiding, om jegens hem, alsook jegens mevrouw Michels, bij menige lange bespreking zo onmisbaar betrokken, uiting te geven aan onze warme erkentelijkheid.
Ook Professor W. Asselbergs zijn wij in menig opzicht dank verschuldigd, niet het minst om zijn nimmer aflatende en stimu-