Aanteekeningen.
Bladz. 4.
De beide hier bij gebragte plaatsen zijn, even als die Bladz. 20 onder het spreekw.: Men moet zien hoe de hark (ook wel vork) aan den steel zit, van P. BONNET.
Bladz. 11 en 20.
Wat hier voorkomt ter waarschuwing tegen een ligtzinnig gedrag, werd reeds in de eerste Handleiding geschreven, maar nu, als ook nog voor onzen tijd hoogst belangrijk, herhaald.
Bladz. 45.
De bijzonderheid betrekkelijk het Vlaardingsche Psalmgezang, is gelijk ik meene van J. VAN IPEREN in zijne Historie van het Psalmgezang. Ik heb dit werk thans niet bij de hand, om mij hiervan nader te verzekeren; maar buiten twijfel wordt zij zoo gevonden in de geschiedenis en merkwaardigheden der stad Vlaardingen uitgegeven bij de Wed. J. ALLART 1831, le. Stuk, bladz. 113.