| |
Verantwoording van de digitale uitgave van de spreekwoordenverzamelingen van J.P. Sprenger van Eyk door Nicoline van der Sijs
Bron
De uitgave betreft de digitale versie van een verzamelbundel met spreekwoorden door J.P. Sprenger van Eyk uit 1844, waarvan de titelpagina luidt:
HANDLEIDING TOT DE KENNIS VAN ONZE VADERLANDSCHE SPREEKWOORDEN EN SPREEKWOORDELIJKE ZEGSWIJZEN, BIJZONDER AAN DE SCHEEPVAART EN HET SCHEEPSLEVEN, HET DIERENRIJK EN HET LANDLEVEN ONTLEEND, DOOR J.P. SPRENGER VAN EYK, PREDIKANT TE ROTTERDAM, Lid der Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde te Leiden en van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Te Rotterdam, bij J. VAN BAALEN & ZOON, MDCCCXLIV.
Voorts bevat de digitale uitgave een ongedateerde publicatie van Sprenger van Eyk over het spreekwoordelijk gebruik van Bijbeltaal, getiteld:
HET SPREEKWOORDELIJK GEBRUIK VAN BIJBELTAAL IN DE BURGERLIJKE ZAMENLEVING, BEOORDEELD DOOR J.P. SPRENGER VAN EIJK, Predikant te Rotterdam [1844]
De spreekwoorden uit de verzamelbundel uit 1844 zijn eerder afzonderlijk gepubliceerd in vijf delen als:
- | Handleiding tot de kennis van onze Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder van De Scheepvaart en Het Scheepsleven ontleend, Rotterdam 1835; |
- | Nalezingen en vervolg op mijne Handleiding tot de kennis van onze Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder van De Scheepvaart en Het Scheepsleven ontleend, Rotterdam 1836; |
- | Handleiding tot de kennis van onze Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder uit Het Dierenrijk ontleend, 1838; |
- | Nalezingen en vervolg op mijne Handleiding tot de kennis van onze Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder uit Het Dierenrijk ontleend, Rotterdam 1839; |
- | Handleiding tot de kennis van onze Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan Het Landleven ontleend, 1841. |
De verzamelbundel is grotendeels vervaardigd door losse katernen van de al eerder gezette teksten samen te voegen, wat goed te zien is in de nummering van het geheel (zie de inhoudsopgave hieronder).
Als ‘legger’ van deze digitale edities zijn exemplaren gebruikt die berusten in de bibliotheek van Nicoline van der Sijs. Diverse universiteitsbibliotheken bezitten exemplaren van deze werken.
| |
Achtergrond van het Bijbeldigitaliseringsproject
In juni 2007 heeft Nicoline van der Sijs in verschillende media een oproep gedaan voor hulp van vrijwilligers bij het digitaliseren van de Statenvertaling 1637. Vanwege de grote respons is het zogenaamde Bijbeldigitaliseringsproject vervolgens uitgebreid met andere laatmiddeleeuwse en vroegmoderne bijbelvertalingen waarvan het NBG de afbeeldingen op internet heeft geplaatst. Inmiddels zijn er transcripties gepubliceerd van de Statenvertaling uit 1637, de Delftse bijbel uit 1477, de Leuvense bijbel uit 1548, de Lutherse bijbelvertaling van 1648 en de Deux-Aesbijbel uit 1562. Bovendien zijn vier kerkboeken (Dathenus 1566, Van Haecht 1583, Marnix 1591 en Het Boek der Psalmen uit 1773) getranscribeerd en op internet gepubliceerd. Er wordt gewerkt aan een digitale versie van de Liesveltbijbel (editie 1542), van de Biestkensbijbel (1560), van de Vorstermanbijbel (1528/1531) en van de tweede druk van de Statenvertaling uit 1657. Niet-bijbelse deelprojecten zijn de spreekwoordenverzameling Nievwe Wyn in Oude Le’er-Zacken van Johan de Brune de Oude (1636), en Het Groot VVoordenboeck: Gestelt in 't Neder-duytsch, ende in 't Engelsch van Hendrick Hexham uit 1648.
Een apart project vormt de Friese bijbelvertaling van dr. G.A. Wumkes uit 1943, waarvan de gedigitaliseerde versie te vinden is op de website van de Digitale Historische Bibliotheek Friesland (www.wumkes.nl). De digitalisering van de Friese bijbelvertaling wordt tevens gesteund door de Fryske Akademy. Aan de digitalisering van de Nije Fryske bibeloersetting wordt momenteel gewerkt.
Begin 2009 zijn de werkzaamheden van de vrijwilligers die meewerken aan het digitaliseren, ondergebracht in een stichting, de Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal (SVNT). Het Bijbeldigitaliseringsproject wordt gesteund door de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (dbnl), het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL), het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) en de Nederlandse Taalunie. De digitale tekstuitgave van de spreekwoordenverzamelingen van Sprenger van Eyk worden gepubliceerd op de website van de dbnl.
Voor het Bijbeldigitaliseringsproject is een besloten e-maildiscussiegroep opgericht waarin de vrijwilligers informatie met elkaar uitwisselen. Het INL heeft, met Dick Wortel als webbeheerder, voor vrijwilligers en geïnteresseerden een apart onderdeel van zijn website ingericht.
| |
Medewerkers aan de digitale uitgave van de spreekwoordenverzamelingen van J.P. Sprenger van Eyk
Aan het overtikken en tot tweemaal toe corrigeren van de tekst van de spreekwoordenverzameling hebben 19 mensen een bijdrage geleverd. De medewerkers hebben een of meer porties van telkens 20 pagina’s tekst overgetikt. Een aantal van de medewerkers heeft zich, soms naast de overtikwerkzaamheden, beziggehouden met de correctie van door anderen overgetikte porties; in onderstaande lijst is dit achter de desbetreffende namen toegevoegd.
Coördinatie
|
dr. Nicoline van der Sijs, Leiden (NL) |
Medewerkers
|
drs. Rineke Crama, Allingawier (NL) |
ir. J.F. (Jan) Entrop, Tiel (NL) |
Jan Fraanje, Krimpen aan den IJssel (NL) |
Ruud Hendrickx, Brussel (B) (corrector) |
Gabe G. Hoekema, Haren (NL) |
dr. J.J. (Jantien) Kettenes-van den Bosch, Putten (NL) (corrector) |
Tineke van der Laan, Rome (I) |
Huib Neven, Krimpen aan den IJssel (NL) |
Ans van Nifterick Post, Rijswijk (NL) |
Henk van de Rest, Alphen N.B. (NL) |
drs. Carri Sijssens, Maarn (NL) |
drs. Ingrid Vedder, Bunnik (NL) |
Louis Vermeulen, Kalmthout-Heide (B) |
drs. J.M.A. (Koos) van der Werff, Rotterdam (NL) |
drs. Conny Wesdijk, Breda (NL) |
Jan Dirk Wiegman, Alphen a.d. Rijn (NL) |
Herman Wiltink, Krimpen aan den IJssel (NL) (corrector) |
drs. Dirk van Wolferen, Goor (NL) |
Ans van Nifterick Post heeft verreweg de meeste porties overgetikt en voorbewerkt. Jantien Kettenes en Herman Wiltink hebben samen het grootste gedeelte van de porties voor de eerste keer gecorrigeerd en bovendien hebben ze alle losse porties tot een geheel gesmeed, waarbij ze tevens allerlei extra technische controles hebben uitgevoerd en controles hebben gedaan op veelgemaakte tikfouten.
| |
Achtergrondinformatie over Sprenger van Eyk en zijn spreekwoordenverzamelingen
Jacobus Petrus Sprenger van Eyk (ook wel Eijk) werd in 1777 in Bergschenhoek geboren en overleed in 1859 in Oosterbeek. Hij studeerde theologie en was van 1799 tot 1847 als predikant werkzaam. Hij publiceerde veel, met name over kerkelijke of religieuze zaken, en daarnaast was hij geïnteresseerd in de Nederlandse taal en letterkunde. Jarenlang heeft hij spreekwoorden verzameld, zowel uit de literatuur als uit dagelijkse gesprekken, en vanaf 1835 heeft hij hierover publicaties het licht doen zien. Telkens opnieuw gaf hij aanvullende delen uit, in principe alfabetisch geordend en voorzien van verklaringen. Het resultaat was de uitgebreidste publicatie van zijn hand. In de verzamelbundel uit 1844 zette hij alle losse publicaties achter elkaar, en maakte hij er geen eenheid van. Het nadeel van deze werkwijze was dat zijn boeken bestaan uit een basisverzameling gevolgd door een groot aantal supplementen, nalezingen, vervolgen en dergelijke, veelal voorzien van een eigen paginering. Hoewel de auteur op de diverse onderdelen registers heeft vervaardigd - inhoudsopgaven ontbreken, behalve bij de spreekwoorden over het landleven -, maakt deze opzet de boeken bepaald niet eenvoudig te raadplegen. De digitale uitgave is bedoeld om aan dit probleem tegemoet te komen.
Na het overlijden van Sprenger van Eyk verscheen een ‘Levensberigt’ in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde uit 1860 van de hand van G,. Mees. Deze karakteriseerde de spreekwoorden in van Sprenger van Eyk als volgt: ‘Veel had hij zelf met die verzameling op; van daar, dat niet ongegronde aanmerkingen daarop gemaakt hem sterk aandeden en hij zijn gevoelen eenigzins scherp verdedigde of trachtte te verdedigen. Want het is niet te ontkennen, dat alleen diepe taalstudie den waren weg bij de verklaring van vele onzer spreekwoorden kan aanwijzen. Aanleiding tot die studie was hem in zijn academieleven niet gegeven, toen geen enkele leerstoel voor vaderlandsche letterkunde bestond, en later ontbrak hem de tijd om er zich aan over te geven. Wanneer dus woordafleidingen of oude taalvormen in het spel kwamen, stond een man als A. de Jager ver boven hem. Deze, later te regt met den doctoralen titel beschonkene, geleerde was toen nog in zijn opkomst. Van Eyk kende hem niet in zijne waarde en beantwoordde zijne aanmerkingen uit de hoogte. De pennestrijd hieruit geboren en waarin van beide zijden gematigdheid werd gemist, worde liefst der vergetelheid prijs gegeven; maar zeker is het, dat bij de teregtwijzingen van Dr. de Jager over het regt verstand van menig spreekwoord of de onnaauwkeurigheid der redactie het regt aan diens zijde was. De verzameling van van Eyk is echter niet zonder waarde, èn omdat er zooveel is bijeen gebragt dat verspreid lag, èn omdat, als hij zich niet te ver wagen moest op het gebied der oude taal, zijne verklaringen bondig en leerzaam zijn. Een onzer geachte letterkundigen, de Heer Harrebomée heeft dan ook bij zijne behandeling der spreekwoorden, telkens op van Eyk's werk gewezen.’
Over het Spreekwoordelijk gebruik van Bijbeltaal schreef Mees: ‘Meer als godsdienstleeraar dan als letterkundige waarschuwt hij hier ernstig tegen dat los daarheenwerpen in het dagelijksch leven van gedeelten der H.S. vooral als het woorden van den Zaligmaker zelven of diens leven betreft, en hij kon in opregtheid wenschen, “dat de goede God zijn klein geschrift met Zijnen zegen zoude kroonen”.’
| |
Gebruikte literatuur
Meer informatie over ontstaan en achtergrond van Sprenger van Eyks spreekwoordenverzamelingen en over de persoon Sprenger van Eyk is te vinden in:
- | Aa, A.J. van der e.a. (1852-1878), Biographisch woordenboek der Nederlanden, bevattende levensbeschrijvingen van zoodanige personen, die zich op eenigerlei wijze in ons vaderland vermaard gemaakt hebben, Haarlem, 21 delen. |
- | Frederiks, J.G. en F. Jos. van den Branden (1888-1891), Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde, Amsterdam. |
- | Mees, G. (1860), ‘Levensberigt van Jacobus Petrus Sprenger van Eyk’, in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, pp. 1-27. |
- | Molhuyzen, P.C. en P.J. Blok (1911-1937), Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, Leiden, 10 delen. |
| |
Inhoudsopgave van de spreekwoordenverzamelingen van J.P. Sprenger van Eyk
De tekst van Het spreekwoordelijk gebruik van Bijbeltaal in de burgerlijke zamenleving, beoordeeld door J.P. Sprenger van Eijk begint met een Voorberigt (op p. III), waarna zondere nadere kop de daadwerkelijke tekst van het boek begint, die loopt van pagina 1 tot en met pagina 29.
De verzamelbundel Handleiding tot de kennis van onze Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen heeft de volgende inhoud:
Handleiding tot de kennis van onze Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan De Scheepvaart en Het Scheepsleven, Het Dierenrijk en Het Landleven ontleend |
I |
Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder van de Scheepvaart en Het Scheepsleven ontleend |
III |
Voorrede |
V |
Inleiding |
1 |
Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder van De Scheepvaart en Het Scheepsleven ontleend |
49 |
Aanteekeningen |
1 |
Register der Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, van de Scheepvaart en het Scheepsleven ontleend, die behandeld zijn |
I |
Register van andere Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, die tot opheldering bijgebragt zijn |
XII |
Naschrift |
XIII |
Nalezingen en Vervolg op de Uaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder van de Scheepvaart en het Scheepsleven ontleend |
V |
Voorrede |
VII |
Inleiding |
1 |
I. Bevestigde of verbeterde verklaring en suppletie der Spreekwoorden, enz. van De Scheepvaart en Het Scheepsleven ontleend, die in mijne handleiding voorkomen |
19 |
II. Proeven ter verklaring van donkere Spreekwoorden en Spreekw. zegswijzen, in de handleiding opgegeven |
57 |
Eerste Register. Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen van de Uisschery
ontleend |
I |
Tweede Register. Nalezing op de Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, van de Scheepvaart en het Scheepsleven ontleend |
III |
Derde Register. Donkere Sprreekwoorden [sic!] en Spreekwoordelijke zegswijzen, meerendeels opgehelderd |
VII |
Verbeteringen |
X |
Naschrift. Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, naar wier oorsprong of zin wordt gevraagd |
I |
Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen. Bijzonder uit het Dierenrijk ontleend. En eenige andere opgegevene |
III |
Voorrede |
V |
Vaderlandsche Spreekwoorden, en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder uit het Dierenrijk ontleend |
1 |
Aanteekeningen |
1 |
Register der Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, uit het Dierenrijk ontleend die behandeld zijn |
I |
Nieuwe Proeven ter verklaring van Spreekwoorden en Spreekw. zegswijzen. Naar wier Oorsprong of Zin is gevraagd |
1 |
Register van donkere Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen. Die opgehelderd zijn |
I |
Naschrift, Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen. Naar wier oorsprong en zin wordt gevraagd |
I |
Verbeteringen |
VI |
Nalezingen en vervolg op de Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder uit het Dierenrijk ontleend |
I |
Voorrede |
I |
I. Bevestigde of verbeterde verklaring en suppletie der Spreekwoorden, enz. uit Het Dierenrijk ontleend |
1 |
Aanteekeningen |
I |
Proeven ter verklaring van Spreekwoorden en Spreekw. zegswijzen. Naar wier Oorsprong of Zin is gevraagd |
1 |
Eerste register. Spreekwoorden die in de Voorrede opgehelderd zijn |
I |
Tweede Register. Nalezing op de Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder uit het Dierenrijk ontleend |
III |
Derde Register. Donkere Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, meerendeels opgehelderd |
XIX |
Naschrift. Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, naar wier oorsprong en zin wordt gevraagd |
I |
Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan het Landleven ontleend |
|
Voorrede |
I |
Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan Het Landleven ontleend |
1 |
Landbouw |
1 |
Luchtsgesteldheid |
55 |
Jagt en visscherij |
63 |
Jagen |
63 |
Visscherij |
71 |
Landelijke spelen en vermaken |
79 |
Reizen te land: De 18e Augustus. Eene spreekwoordelijke vertelling |
93 |
Proeven ter verklaring van Spreekwoorden en Spreekw. zegswijzen. Naar wier Oorsprong of Zin is gevraagd |
1 |
Eerste register. Spreekwoorden die in de Voorrede Bladz. I - IV opgehelderd zijn |
I |
Tweede Register. Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan het Landleven ontleend |
I |
Derde Register. Spreekwoorden welke in het Reisverhaal voorkomen |
XVIII |
Vierde Register. Donkere Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, die opgehelderd zijn |
XX |
Naschrift. Beoordeeling der Bijdragen tot de kennis der Nederduitsche Spreekwoorden, in het Taalkundig Magazijn, door A. de Jager |
I |
Aanteekeningen |
XV |
Inhoud |
XVI |
NB. Omdat de paginering, zowel met Romeinse als met Arabische cijfers diverse malen opnieuw begint, is voor de terugvindbaarheid de paginering van het oorspronkelijke werk toegevoegd in de inhoudsopgave.
Deze verzamelbundel is vervaardigd door gedrukte maar ongebonden katernen van de eerder apart gepubliceerde delen samen te binden - uit steekproeven blijkt dat er, voor zover wij kunnen nagaan, voor de verzamelbundel geen correcties of veranderingen zijn aangebracht in de oorspronkelijke uitgaven. De verzamelbundel heeft een nieuwe algemene titelpagina gekregen (in de inhoudsopgave hierboven vet gezet) en de verschillende delen beginnen met aparte titelpagina’s of Franse pagina's uit de eerdere delen (in de onderstaande inhoudsopgave hierboven vet cursief gezet). Doordat uit de oorspronkelijke edities tweemaal de titelpagina of de Franse pagina is weggelaten, klopt de paginering aan het begin van de werken een paar keer niet meer helemaal: zo beginnen de ‘Nalezingen en Vervolg op de Uaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder van de Scheepvaart en het Scheepsleven ontleend’ met de oorspronkelijke Franse pagina die in de verzamelbundel gepagineerd is als V; de pagina’s I-IV ontbreken, doordat de oorspronkelijke titelpagina met auteursnaam, plaats van uitgave, uitgever en publicatiedatum 1836 en de blanco pagina’s die voor en na deze titelpagina stonden, in de verzamelbundel zijn weggelaten. De ‘Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen. Bijzonder uit het Dierenrijk ontleend. En eenige andere opgegevene’ beginnen op pagina III - ook dit is in het oorspronkelijke werk de Franse pagina, en ook hier zijn de oorspronkelijke titelpagina en de blanco pagina’s daarvoor en daarna weggelaten.
Achter het deel ‘Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan het Landleven ontleend’ zit een aparte inhoudsopgave; de onderstaande inhoudsopgave is echter gebaseerd op de daadwerkelijke titels in het hoofdwerk en niet op die aparte inhoudsopgave. Alleen is naar aanleiding van de aparte inhoudsopgave het onderdeel ‘Luchtsgesteldheid’ beschouwd als ondertitel (en dus is dit item opgenomen in de inhoudsopgave) hoewel de typografie in het hoofdwerk die is van een tussenkop.
| |
Gevolgde werkwijze bij het digitaliseren
Hoewel het gaat om negentiende-eeuws zetsel, is een gedeelte van de tekst in fractuurschrift (een variant van gotisch schrift) gezet. Een proef heeft opgeleverd dat het niet mogelijk is de tekst te scannen en met behulp van software te ‘lezen’, en vervolgens de scan met de hand te corrigeren. Het aantal scanfouten bleek door het oude zetsel namelijk te groot. Daarom is ervoor gekozen de tekst in zijn geheel over te tikken. Daarbij werden alle tekstelementen (boektitels, ondertitels, tussenregels etc.) voorzien van coderingen teneinde de tekst op internet te kunnen plaatsen.
Elke overgetikte portie tekst werd integraal met het origineel vergeleken en gecorrigeerd. Daarna werden alle porties samengevoegd tot een compleet boek en vond een tweede controle plaats. Die tweede controle betrof enerzijds technische aspecten, zoals de toevoeging van paginanummers, de compleetheid van de tekst en het gebruik van de juiste coderingen. Anderzijds werd opnieuw gekeken naar de legger, met name door gericht te zoeken naar veelgebruikte lettercombinaties waarin gemakkelijk tikfouten kunnen optreden.
| |
Leesproblemen
Wanneer de legger leesproblemen opleverde doordat bijvoorbeeld letters zijn afgesleten, door inktvlekken, vliegenpoepjes, gaatjes of vouwen in het papier en dergelijke, is de bewuste passage nagekeken in een ander exemplaar van dezelfde editie. Als bij vergelijking met een ander exemplaar van het boek bleek dat er sprake was van een individueel-mechanische afwijking van de legger (bijvoorbeeld een vlekje of ‘gerezen wit’), dan werd deze afwijking in de uitgave genegeerd. Bij onoplosbare leesproblemen is altijd gekozen voor de klaarblijkelijk bedoelde vorm.
Druk- of zetfouten zijn niet gecorrigeerd. Zo is de nummering van de ingangen in de ‘Nieuwe Proeven’ van spreekwoorden die zijn ontleend aan het dierenrijk, exact overgenomen uit het origineel, hoewel daarin tweemaal een fout voorkomt: op p. 25 en p. 26: komt twee keer het nummer 59 voor, tussen nummer 57 en 59; en op p. 33 onbreekt nummer 83.
Omgekeerde letters zijn overgenomen zoals zij in het origineel staan: dus wanneer in de tekst is gezet iu (‘er ligt een groote dam iu de weg’), waarbij de u een n is die de zetter per ongeluk op zijn kop heeft gezet, dan is dit overgenomen als iu, niet als het bedoelde in. Omgekeerd gezette letters die geen andere interpretatie toelaten, hebben wij wel als een normale letter overgenomen, bijvoorbeeld een omgekeerd geplaatste i.
| |
Diplomatische uitgave
De gedigitaliseerde versie is een diplomatische weergave van de tekst, dat wil zeggen dat het origineel zo exact mogelijk is gevolgd, inclusief inconsequente spellingen. Ook het hoofdlettergebruik en de interpunctie van het origineel en de leestekens zijn exact overgenomen. Wel is het spatiegebruik rond leestekens in de digitale versie genormaliseerd. In het zetsel staat een halve spatie voor interpunctie zoals een komma (eigenlijk is er sprake van wat lege ruimte op het zetblokje voor het leesteken) en een hele spatie erna. In de digitale editie is consequent na - en niet vóór - leestekens een spatie gezet, onafhankelijk van wat er in het origineel staat. Deze keuze is gemaakt omdat het gaat om een betekenisloos typografisch verschil. Wel zijn spaties gezet in afkortingen zoals b.v. en d.i., conform origineel.
| |
Fractuur, romein en cursief schrift
De spreekwoorden zijn gezet in gotische letters, fractuurschrift genoemd, en de uitleg en de overige teksten zijn gezet in romeins en cursief schrift (onze moderne drukletter). In de digitale uitgave is romein en cursief uit het origineel overgenomen, terwijl ter onderscheiding tekst die in fractuurschrift is gezet, is onderstreept. De leestekens (komma en punt) binnen cursief gezette stukken zijn meegecursiveerd, maar leestekens na cursieve tekst zijn romein gezet.
In het gebruikte fractuurschrift wordt wel een verschil gemaakt tussen de hoofdletter U (met een haaltje rechtsonder) en de hoofdletter V (met een ronding naar rechts), maar er wordt geen verschil gemaakt tussen de hoofdletter I en de hoofdletter J. Omdat Sprenger van Eyk meestal direct na een gotisch gezet spreekwoord hetzelfde spreekwoord of een variant ervan vermeldt in cursief, waar wél het verschil tussen I en J wordt gebruikt, is besloten om in de digitale editie de paar keren dat de hoofdletter J is bedoeld, deze als J weer te geven, zodat de tekst consequent wordt. Dit conform de bedoeling van Sprenger van Eyk. Zo vermeldt hij: Dat wist Jan Hindriks ijn sextien hondert tweintig wol. Dat wist Jan Hendriks in zestien honderd twintig wel. Hier hebben we dus niet Ian gespeld in het gotisch.
Vormverschillen tussen letters zijn buiten beschouwing gelaten, omdat het gaat om betekenisloze typografische verschillen. Dus het gebruik van twee verschillende letters s (de korte en de lange s, die wat op een f lijkt) is genegeerd.
Kleinkapitaal gezette tekst is overgenomen als hoofdletters. Met name auteursnamen onder citaten staan in het origineel vaak kleinkapitaal met beginkapitaal; in de digitale uitgave staan ze helemaal in hoofdletters. Sommige onderdelen van de tekst beginnen met één vetgedrukte kapitale letter, bedoeld als een soort sierletter; in de digitale uitgave is dit als gewone hoofdletter overgenomen.
Er is in de digitale uitgave geen onderscheid gemaakt tussen de Duitse komma (/, schuine streep, gebruikt in de gotische tekst) en de gewone komma (gebruikt in romeinse tekst): beide zijn als gewone komma overgenomen.Dubbele aanhalingstekens, waarvoor in het origineel de tekens «» zijn gebruikt, zijn in de digitale uitgave weergegeven door de thans normale aanhalingstekens “..”. In het origineel wordt bij lange aangehaalde tekst « voor iedere regel herhaald, maar dit is in de digitale editie genegeerd.
Gecentreerde siertekens of lange liggende strepen waarmee in het origineel het einde van een bepaald onderdeel wordt aangegeven of soms het einde van een alinea, zijn genegeerd in de digitale uitgave, en hetzelfde geldt voor de gecentreerde liggende strepen waarmee bijvoorbeeld de verschillende spreekwoorden van elkaar worden onderscheiden in het Naschrift van de ‘Nalezingen en vervolg op de Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder uit het Dierenrijk ontleend’.
Bij ‘onfatsoenlijke’ woorden zijn in het origineel letters weggelaten en vervangen door punten, bijvoorbeeld: Het is te vergeefs fluiten als het paard niet p....n wil: met onwillige menschen kan men niets uitregten.
Sprenger van Eyk heeft auteursnamen onder citaten geplaatst, maar in de gevallen dat de auteur van een bepaald citaat hem onbekend was, heeft hij de aanduiding * * gebruikt, wat uiteraard in de digitale editie is overgenomen.
In het boek komen in totaal tien voetnoten voor die in de tekst zijn gemarkeerd door (*), en eenmaal, waar het gaat om een tweede noot op dezelfde pagina, door een dodenteken, in de digitale editie overgenomen als (+).
| |
Aangepaste vormgeving
De vormgeving van de oorspronkelijke tekst is in de digitale uitgave losgelaten. De regeleinden van lopende tekst komen in de digitale uitgave dus niet overeen met die in de oorspronkelijke tekst. Afgebroken woorden zijn in de digitale uitgave aaneengetikt.
De spreekwoorden worden grotendeels alfabetisch behandeld, waarbij de alfabetische lijst per trefwoord meestal wordt voorafgegaan door de gecentreerde vette letter waarmee de trefwoorden beginnen (A., B., etc). Die gecentreerde vette letters zijn in de digitale editie niet overgenomen. Overigens is bij de spreekwoorden die zijn ontleend aan het dierenrijk op pagina 41 per ongeluk wel de eerste letter K vermeld, maar niet de ingang (Kalf), waarom het gaat - in de digitale editie hebben wij de vrijheid genomen de bedoelde ingang Kalf toe te voegen.
Daarna staat in het origineel telkens het trefwoord gecentreerd, vet, kleinkapitaal met beginkapitaal en afgesloten met een punt. Daarna komt op een nieuwe regel het spreekwoord waarom het gaat, in fractuurschrift. Vervolgens komt er meestal in romeinse letters uitleg met binnen die uitleg cursieve tekst voor de betekenis ofwel synonieme uitdrukkingen. In de digitale uitgave is gekozen voor een woordenboekopmaak, zodat de gegevens gemakkelijker toegepast kunnen worden voor taalkundig onderzoek. In concreto houdt dit in dat de ingang vet is gezet, niet gecentreerd of ingesprongen en met een beginkapitaal en verder met kleine letters. Na de punt loopt de tekst op dezelfde regel door. De gotische tekst is onderstreept, en de rest van de tekst is precies overgenomen zoals het in het origineel staat. Op basis van de typografie en opmaak kunnen de trefwoorden nu automatisch herkend worden en gekoppeld aan andere teksten of woordenboeken, en kunnen de verschillende onderdelen van de tekst herkend en gecodeerd worden. In het origineel staat dus bijvoorbeeld:
Afschepen.
Men heeft hem afgescheept, wordt van iemand gezegd, dien men met een schip heeft verzonden; doch Spreekwoordelijk gebruikt, beteekent het: men heeft zich van hem afgemaakt, van hem ontdaan.
In de digitale editie is dit overgenomen als:
Afschepen. Men heeft hem afgescheept, wordt van iemand gezegd, dien men met een schip heeft verzonden; doch Spreekwoordelijk gebruikt, beteekent het: men heeft zich van hem afgemaakt, van hem ontdaan.
De verschillende aanhangsels zijn zoveel mogelijk op dezelfde manier behandeld als de hierboven beschreven trefwoorden. Dus het origineel:
5.
Daar zal geen haan naar kraayen.
Dit Spreekwoord geeft te kennen, dat iets niet uitkomen, of liever dat niemand er gewag van maken zal, en tot hiertoe schijnt C. TUINMAN het wel begrepen te hebben, toen hij dit ontleende van den haan, die na de verloochening van onzen Heer door PETRUS, kraaide en dezen discipel zijne misdaad herinnerde; maar men zegge dan, in plaats van kraaijen, nakraaijen.
is overgenomen als:
5. Daar zal geen haan naar kraayen. Dit Spreekwoord geeft te kennen, dat iets niet uitkomen, of liever dat niemand er gewag van maken zal, en tot hiertoe schijnt C. TUINMAN het wel begrepen te hebben, toen hij dit ontleende van den haan, die na de verloochening van onzen Heer door PETRUS, kraaide en dezen discipel zijne misdaad herinnerde; maar men zegge dan, in plaats van kraaijen, nakraaijen.
In de Inleiding van de ‘Vaderlandsche Spreekwoorden en Spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan het Landleven ontleend’ worden trefwoorden genoemd die net zoals in de verdere tekst kapitaal zijn gezet. Naar analogie van de behandeling in de lopende teksten zijn die trefwoorden ook in de inleiding vet gezet in kleine letters.
Citaten uit literaire werken zijn binnen de lemma’s op een nieuwe regel en in een kleiner korps gezet, en de kantlijn is zowel links als rechts groter dan van de overige tekst. De eerste regel is bovendien dieper ingesprongen dan de overige regels. In de digitale editie zijn citaten in het normale korps gezet, en alleen rechts ingesprongen.
In de registers zijn liggende strepen die staan ter vervanging/herhaling van woorden of paginanummers niet overgenomen, maar vervangen door de bedoelde tekst tussen vierkante halen. In het origineel uit de tekst:
Die voor hond scheep komt moet beenen kluiven |
19 |
- zich zelven een schaap maakt, de honden bijten hem |
21 |
- - - - - - wordt van de wolven gegeten |
45 |
Hij is met de noorderzon verdwenen |
71 |
- laat hem op zijn eigen wieken drijven |
- |
In de digitale uitgave is dit overgenomen als:
Die voor hond scheep komt moet beenen kluiven |
19 |
[Die] zich zelven een schaap maakt, de honden bijten hem |
21 |
[Die zich zelven een schaap maakt,] wordt van de wolven gegeten |
45 |
Hij is met de noorderzon verdwenen |
71 |
[Hij] laat hem op zijn eigen wieken drijven |
[60] |
| |
Paginering
Er is altijd aangegeven waar een nieuwe pagina in het origineel begint, en de paginanummers uit het origineel zijn overgenomen. Enkele ongenummerde pagina’s in het origineel, zoals titelpagina’s en de eerste pagina van een nieuw onderdeel, zijn stilzwijgend doorgenummerd. In het origineel staat na het paginacijfer vaak een punt (ook in sommige registers), die echter in de digitale uitgave is weggelaten.
Custodes onder aan de pagina’s, katernnummeringen voor de drukker en binder en kopteksten boven aan de pagina zijn in de digitale uitgave genegeerd.
januari 2010
|
|