Nagelate schriften
(1677)–Benedictus de Spinoza– AuteursrechtvrijZevenenzestigste Brief.
| |
[pagina 646]
| |
Ga naar margenootfByvoegsel van de zevende Ga naar margenootgVoorstelling in het tweede deel van uw Ga naar margenoothZedekunst afgeleid kan worden; misschien om geen andere oorzaak, dan om dat ik de zin en mening van dit Ga naar margenootiByvoegsel niet wel en recht bevat. Ik heb dieshalven voorgenomen te verklaren hoe ik deze dingen afleid, met verzoek dat het u zal believen aan my ter plaats, daar ik uw mening niet wel tref, volgens uw gewone beleeftheit, te hulp te komen. 't Is dan hier meê dus gestelt, dat, hoewel ik daar uit versta dat de werrelt warelijk een en enig is, dit echter ook niet minder klaar is, dat hy op Ga naar margenootkonëindige wijzen uitgedrukt is, en dat dieshalven yder bezonder ding op onëindige wijze uitgedrukt word. Uit het welk schijnt te volgen, dat deze kwijziging, die mijn mening stelt, en deze wijziging, die mijn lighaam uitdrukt, hoewel zy een en de zelfde wijziging is, echter op onëindige wijzen uitgedrukt zijn; op d'een Ga naar margenootlwijze door Ga naar margenootmdenking, op d'andere door Ga naar margenootnuitgestrektheit, op de darde door Gods Ga naar margenoototoeëigening, aan my onbekent, en dus voort tot in 't onëindig; om dat Gods toeëigeningen onëindig zijn, en d'ordening en samenknoping der wijzigingen in alle dingen een en de zelfde schijnt te wezen. Hier uit rijft nu deze Ga naar margenootpvraag, waaröm de Ga naar margenootqziel, die zekere Ga naar margenootrwijziging vertoont, en welke zelfde wijziging niet alleenlijk door Ga naar margenootsd' uitgestrektheit, maar op Ga naar margenoottonëindige wijzen uitgedrukt is; waarom, zeg ik, zy alleenlijk die wijziging, door d' uitgestrektheit uitgedrukt, dat is het menschelijk lighaam, en geen andere Ga naar margenootuuitdrukking, door andere Ga naar margenootwtoeëigeningen bevat. Maar de tijt laat my niet toe dat ik bredelijker hier af spreek. Alle deze dingen zullen misschien door gedurige Ga naar margenootxoverdenkingen wechgenomen worden.
In Londen, 12. August. 1675. |
|