Nagelate schriften
(1677)–Benedictus de Spinoza– AuteursrechtvrijNegenendartigste Brief.
|
1. | Dat de ware Ga naar margenootebepaling van yder zaak niets anders, dan enkelijk de natuur van de Ga naar margenootfbepaalde zaak insluit. En hier uit volgt |
2. | Dat geen bepaling enige menigte, of enig zeker getal van Ga naar margenootgondeeligen Ga naar margenoothinsluit, of uitdrukt; dewijl zy niets anders, dan de na- |
tuur van de zaak, gelijk die in zich zelve is, insluit. Tot een voorbeelt; de Ga naar margenootibepaling van de Ga naar margenootkdriehoek sluit niets anders in, dan enkelijkde natuur van de driehoek; maar niet enig zeker getal van driehoeken: even gelijk de bepaling van de ziel, dat zy een Ga naar margenootldenkende zaak, of de bepaling van God, dat hy een Ga naar margenootmvolmaakt wezend is, niet anders Ga naar margenootninsluit, dan de natuur van de ziel, en van God; maar niet die van een zeker getal van zielen, of van goden. | |
3. | Dat van yder zaak, die Ga naar margenootowezentlijk is, een Ga naar margenootpstellige oorzaak, daar door zy wezentlijk is, gegeven moet worden. |
4. | Dat deze Ga naar margenootqoorzaak of in de natuur, en in de Ga naar margenootrbepaling van de zelfde zaak, (te weten om dat tot haar natuur de Ga naar margenootswezentlijkheit behoort, of haar nootzakelijk Ga naar margenoottinsluit) of buiten de zaak gestelt moet worden. |
Uit deze Ga naar margenootuvoorönderstellingen volgt dat, zo 'er zekere menigte van Ga naar margenootwondeeligen in de natuur Ga naar margenootxwezentlijk zijn, een of meer Ga naar margenootyoorzaken gestelt moeten worden, die even zo een getal van ondeeligen hebben konnen voortbrengen. Tot een voorbeelt, indien 'er in de natuur twintig menschen wezentlijk zijn, van de welken ik, om alle verwarring te mijden, Ga naar margenootzonderstellen zal dat zy gelijkelijk d' eersten in de natuur zijn: 't is niet genoech dat men d' oorzaak van de menschelijke natuur in 't algemeen zoekt, om daar mede reden te geven waaröm dat'er twintig menschen wezentlijk zijn; maar men moet ook de reden vinden, waaröm dat 'er niet meer noch minder dan twintig menschen Ga naar margenootawezentlijk zijn: want (volgens de darde Ga naar margenootbonderstelling) men moet van yder mensch reden en oorzaak geven waaröm hy wezentlijk is. Maar deze oorzaak kan (volgens de tweede en darde onderstelling) niet in de natuur van de menich zelf gestelt worden: want de ware Ga naar margenootcbepaling van de mensch Ga naar margenootdsluit niet het getal van twintig menschen in. Dieshalven, (volgens de vierde Ga naar margenooteonderstelling) d' oorzaak der Ga naar margenootfwezentlijkheit van deze twintig menschen, en by gevolg van yder in 't bezonder, moet buiten hen gestelt worden. Men moet dieshalven Ga naar margenootgvolstrektelijk Ga naar margenoothbesluiten, dat alle die dingen, die men bevat veelvoudig in getal Ga naar margenootiwezentlijk te zijn, nootzakelijk van Ga naar margenootkuitterlijke oorzaken, en niet uitkracht van hun eige natuur, voortgebracht worden. En dewijl (volgens Ga naar margenootld'onderstelling) de Ga naar margenootmnootzakelijke wezentlijkheit tot Gods natuur behoort, zo moet ook zijn Ga naar margenootnware bepaling nootzakelijke wezentlijkheit Ga naar margenootoinsluiten: en dieshalven moet uit zijn ware bepaling zijn nootzakelijke wezentlijkheit besloten worden. Maar men kan uit zijn ware bepaling (gelijk ik nu te voren uit de tweede en darde Ga naar margenootponder-
stelling Ga naar margenootqbetoogt heb) niet de nootzakelijke wezentlijkheit van veel goden besluiten. Zo volgt dan alleenlijk de wezentlijkheit van een enig God; gelijk te betogen stond.
Dit is, mijn Heer, de middel, die ik tegenwoordiglijk de bequaamste geächt heb, om het voorgestelde te bewijzen. Ik heb voor dezen dit wel op een andere wijze Ga naar margenootrbetoogt, met Ga naar margenootsd' onderscheiding van Ga naar margenoottwezenheit en Ga naar margenootuwezentlijkheit te gebruiken: maar dewijl ik op het geen merk, daar af gy my bericht hebt, zo heb ik deze Ga naar margenootwbetoging liever aan u willen zenden. Ik wensch dan dat zy u voldoe; en zal uw oordeel daar over verwachten; en ondertusschen blijven,
Myn Heer, enz.
Te Voorburg, 7. Januar. 1666.
- margenoota
- Demonstratio.
- margenootb
- Unitas.
- margenootc
- Existentia.
- margenootd
- Involvere.
- margenoote
- Definitio.
- margenootf
- Res definita.
- margenootg
- Individua.
- margenooth
- Involvere.
- margenooti
- Definitio.
- margenootk
- Triangulus.
- margenootl
- Res cogitans.
- margenootm
- Ens perfectum.
- margenootn
- Involvere.
- margenooto
- Existere.
- margenootp
- Causa positiva.
- margenootq
- Causa.
- margenootr
- Definitis.
- margenoots
- Existentia.
- margenoott
- Involvere.
- margenootu
- Praesuppositiones.
- margenootw
- Individua.
- margenootx
- Existere.
- margenooty
- Causae.
- margenootz
- Supponere.
- margenoota
- Existere.
- margenootb
- Suppositio.
- margenootc
- Definitio.
- margenootd
- Involvere.
- margenoote
- Hypothesis.
- margenootf
- Existentia.
- margenootg
- Absolutè.
- margenooth
- Concludere.
- margenooti
- Existere.
- margenootk
- Causae externae.
- margenootl
- Hypothesis.
- margenootm
- Existentie necessaria.
- margenootn
- Definitio vera.
- margenooto
- Involvere.
- margenootp
- Hypothesis.
- margenootq
- Demonstrare.
- margenootr
- Demonstrare.
- margenoots
- Distinctio.
- margenoott
- Essentia.
- margenootu
- Existentia.
- margenootw
- Demonstratio.