[Afbeeldingen]
1 Robert Voûte (1810-1871), p. 7.
*
Robert Voûte. komt thuis en zegt tegen zijn vrouw: ‘Ik heb heel mooie kersen gezien.’
Mevrouw gaat naar de keuken en geeft een bediende opdracht kersen te kopen. Als deze op tafel staan zegt de heer des huizes: ‘Ik heb wel gezegd dat ik mooie kersen heb gezien, maar ik heb niet gezegd dat ik ook kersen wilde eten.’
(Medegedeeld door een lid van de familie Voûte)
*
Multatuli: ‘Ik heb U geschapen, ... gij zijt opge groeid tot een monster onder mijne pen, ... ik walg van mijn eigen maaksel, ... stik in koffy en verdwijn!’
*
Max Havelaar aan Multatuli: ‘Och, Multatuli, waarom hebt ge Droogstoppel laten stikken? Wat had hij met zijn nuchter verstand nog veel goeds kunnen uitrichten? Ik houd van dien man.’