Het portret van Droogstoppel
‘Och, Multatuli, waarom hebt ge Droogstoppel laten stikken?’
Max Havelaar
In mei 1960 zou het eeuwfeest van de Max Havelaar gevierd worden. Al eerder waren pogingen ondernomen om na te gaan wie model had gestaan voor de fameuze figuur van Batavus Droogstoppel. In het algemeen verzon Multatuli weinig, hij ordende zijn ervaringen. Er was bovendien een brieffragment, één kleine aanwijzing. Op 19 maart 1878 schreef hij aan zijn tweede vrouw, Mimi: ‘Ook te Zwol (eergister) werd ik goed bediend. De kellner kende my door z'n moeder by wie ik in 58 of 59 te Rotterdam gelogeerd had, het logement 2e klas waar de makelaar in koffi Voûte logeerde die my den Droogstoppel in de pen gaf.’ In het voorjaar van 1960 stelde ik, uitgaande van dit gegeven, een onderzoek in naar deze Voûte, makelaar in koffie, die in 1858 of in 1859 te Rotterdam was geweest en daar vermoedelijk niet woonde maar logeerde. (Zie illustratie 1, 2 en 3.)
Het onderzoek leverde op dat er in Amsterdam aan de Herengracht een makelaar in koffie, Robert Voûte, had gewoond, die leefde van 1 februari 1810 tot 12 februari 1871, een man, tien jaar ouder dan Douwes Dekker, die veel zaken deed met Rotterdamse handelshuizen. Bij nabestaanden kreeg ik een portret en ook de mededeling van een aantal tekenende anecdotes. Met zeer grote waarschijnlijkheid kan wel gezegd worden dat we nu weten wie de persoon is geweest die Multatuli aanleiding heeft gegeven tot de conceptie van Batavus Droogstoppel.
Evenmin als Max Havelaar identiek is met Eduard Douwes Dekker, Slijmering het portret is van Brest van Kempen, Saidjah en Adinda reële inlandse kinderen waren - even weinig (en misschien ook evenveel) gelijkt Droogstoppel op de makelaar die Douwes Dekker in 1858 of 1859 in een Rotterdams logement korte tijd heeft meegemaakt. Allerlei gegevens, anecdotes, enig handschrift én de foto vestigen bij mij de indruk van een uiterst nuchter mens, met een tot schamperheid, soms tot bitterheid te verleiden trek van reserve, die gewoonlijk als een stroef zelfbewustzijn in dit karakter mag hebben gedomineerd. Overheersend komt mij wel de neiging voor zich te verzetten tegen geestdrift of voortvarendheid zonder beproefde grond - zo enthousiasme al in enigerlei vorm bezit van hem kon nemen. Een zekere