Voorwoord
Wat heb ik beoogd? Voor alles een goede tekst, goed voorzover het beschikbare materiaal dat toelaat. Ik meen dat het in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag berustende hs. de beste redactie heeft, die niet ver afstaat van Spiegels autograaf in concreto - behalve dan verschil in spelling - en ook in abstracto aan ideeën die Spiegel wilde vastleggen voor zichzelf, en overdragen aan anderen, zijn kinderen allereerst. Ik heb dat betoogd in de bijdrage die ik heb geleverd aan Vragende Wijs. Vragen over tekst, taal en taalgeschiedenis. Bundel aangeboden aan Leopold Peeters bij zijn afscheid als Hoogleraar Historische Taalkunde van het Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam. Amsterdam, 1990 onder de titel Is Tekst-kritiek en Tekst-overlevering de Assepoester der Filologie? Ook in de inleiding tot deze uitgave geef ik nog een aantal plaatsen die beslist spreken voor het hs. als te verkiezen boven de versie van de druk-1614, en de daarvan afgeleide volgende drukken. Bewijzen dat de redactie van het hs. die van de autograaf nabij komt, kan ik niet, maar als wij het hs. vergelijken met de druk-1614 - die toch ook afkomstig is van Spiegels autograaf - en de betere lezingen aanvaarden, hebben wij een redactie die langs twee lijnen tot ons is gekomen, en dat geeft naar mijn mening enige zekerheid. De tekst gaat vergezeld van een woordcommentaar en aantekeningen. Het komt voor - ik ben er mij van bewust - dat ik wel eens een verklaring, veelal in andere vorm, herhaal. Ik heb dat niet altijd kunnen vermijden, daar Spiegel nog al eens terug komt op uitspraken in een andere context. Ik heb dan niet telkens terug verwezen naar vroegere boeken, ook al omdat niet iedere lezer van het begin af de Hert-spiegel zal gaan lezen, maar een keuze zal maken. Verder heb ik een inleiding geschreven, waarin ik verschillende aspecten van het gedicht heb behandeld. Ik kan mij voorstellen, dat iemand zal zeggen: het lijkt wel of dit het eerste commentaar is dat
ooit geschreven is, waar vind ik de vroegere filologen die zich met de tekst van de Hert-spiegel bezig hebben gehouden? Zijn die van zo weinig waarde? Mijn antwoord luidt: neen, allerminst. Ik heb twee argumenten voor mijn opvatting: die filologen hebben er recht op in hun geheel gelezen te worden, niet in mijn korte samenvatting - ik vind dat bijna een belediging. Dan, ik stel andere vragen dan zij hebben gedaan, wat niet inhoudt dat de mijne beter zijn.
Spiegel haalt vaak een bijbelplaats aan, of verwijst ernaar, ik heb voor die plaatsen niet geciteerd uit een zestiende-eeuwse bijbelvertaling, maar uit een moderne vertaling. Ik heb dit gedaan, omdat naar mijn overtui-