Syons wijn-bergh(1670)–M. van de Speybroek– AuteursrechtvrijInhoudende verscheyden schriftuerlijcke liedekens, uyt den Ouden en Nieuwen Testamente by een vergadert Vorige Volgende [pagina 319] [p. 319] Weegh-schael. WIl man, wil echte wijf vervullen hare plicht, Sy dienden even staegh te sitten in 't gewicht. Indien een quistigh man speelt over al de Gilde, Gy moeder van het Huys en zijt dan niet te milde; Indien dat hy de beurs heel nauw en suynig sluyt, So geeft, wanneer het dient, een weynig ruymer uyt, Indien hy wat te licht tot morren is genegen, Soo laet u soeten aert sijn stuurheyt overwegen, Of is hy in sijn doen te laf, te flauw, te soet, Soo maeckt dat u beleyt daer peper onder doet. Wanneer men gasten noot, dientmen voor al te letten, Hoe datmen al het volck bescheyden dient te setten; Geen mensch en is so wel met spijs en drank gedient, Dan als hy by hem vint een soeten Tafel-vrient. Men vint schier yeder hooft verscheyden in de zeden, Hier tongen wel bespraekt, daer tongen sonder reden Hier yemant geestigh mal, en meester in het jock, Daer yemant sonder vreught, en zwaer gelijck een block. Indien het stilste volck is over hoop geseten, Soo wort in dat gewest de soete vreught vergeten; Indien het vrolick deel is op een ander zy, Soo wort de Maeltijt woest,en ongeregelt bly. Vorige Volgende