Gerard Kornelis van het Reve en De groene anjelier
(1973)–Hedwig Speliers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 105]
| |
homoseksualiteit worden opgenomen, schept Van het Reve substituten van ze als troost. Zo doet het speelgoedkonijn zijn intrede in het achtste hoofdstuk van De AvondenGa naar eindnoot(119). Hier zijn ze, die levenloze dieren, functionele smartlappen voor de eenzaamheid. In het werk sinds 1963 worden ze zuiver kitschelementen en wordt de verzameling uitgebreid: ik denk aan de ‘verlate verjaardagskadoos’ aan Wimie, het ‘reusachtig konijn met roze oren van binnen en een bel om’. Aan diens vriend ‘de 23-jarige M.’Ga naar eindnoot(120) geeft de Dankbare Schrijver ‘een - veel kleiner - ezeltje’Ga naar eindnoot(121). Elders bestaat de inboedel der kitscherige substituten uit ‘een kringetje’ van ‘vier Dieren’: een konijn met roze oren van binnen, een koala beertje, een grote panda en een vosje.Ga naar eindnoot(122) Met een casuïstische hersenkronkel (vergeef me dit pleonasme!) heeft de katholieke theoloog Prof. dr. W.K. Grossouw, auteur van het 800-bladzijden tellende meditatieboek Innerlijk Leven en Deskundige Betreffende BeestenbeeldenGa naar eindnoot(123), mijns inziens nogal vlugge en voorbarige conclusies (zoals steeds met theologen nogal aan de vrijblijvende kant) getrokken als hij in zijn goddelijk pleidooi beweert dat ‘er een heel stuk (zou) te schrijven zijn over de dieren en de speelgoeddieren in het oeuvre van Van het Reve, te beginnen met het konijn van “De Avonden”’. Een heel stuk, akkoord, maar wélk stuk. Met die speelgoeddieren beland je zeker niet op de zeldzaam mystieke hoogten die Prof. dr. W.K. Grossouw bedoelt. Ik zie er het onderste uit de psychische kan in en als je mijn, zij het dan minder | |
[pagina 106]
| |
theologisch verhaaltje omtrent de substituutvorming gelooft, dan daal je eerder af in de diepste diepten veeleer en veelmeer door Freud dan door enig nieuwbakken Thomas a Kempis tot een coherent menselijk totaalbeeld uitgewerkt. Dit allemaal om maar te zeggen dat reeds op de zevende bladzij van De acrobaat ‘een grote teddybeer en een speelgoedhond, beide met reusachtige groene ogen’ hun opwachting maken. Ze zijn het bezit van de negentienjarige Raimar Zipper, die op het einde van dit verhaal zal doodvallen. Nóg tics. Het radiotoestel uit zijn roman krijgt ook in dit verhaal weer zijn plaats, zij het dan niet als muzikaal dan toch als do it yourself-voorwerp. Ook de gierigheid duikt weer op, nu eens een eigenschap van het hoofdpersonage (De Avonden), dan weer een hebbelijkheid van nevenpersonages (De acrobaat)Ga naar eindnoot(124). Kitschbeschrijving van interieurs doen het ook hier opnieuwGa naar eindnoot(125), een specialiteit uit zijn roman. Net als in de roman, slingert ook hier de krant rond. Speelgoeddieren, radiotoestellen, kranten, kitschinterieurs, gierigheid, en voeg daarbij de broerrelatie, de afkeer voor dieren (niet altijd tot haat en dierenmishandeling toegescherpt) en de schuiflantaren uit De acrobaat en je hebt al de tics uit het tweede verhaal De winter verzameld. Aan de basis van de verhaalstructuur ligt de accumulatieve vertelmethode, de rationele opbouw door middel van spreiding der gegevens. Laat dit dan een der structuurmiddelen van de fictie wezen, hier hangt het me mede | |
[pagina 107]
| |
door een te opzichtelijk ten toon spreiden van schrijf-vakmanschap, de keel uit. Ik geef een voorbeeld: op bladzij 7 vernemen we de voornaam Raimar en de voornaam Philip. Zij aan zij zullen we deze vriendverhouding zien evolueren. Op bladzij 10 lees je de geheimzinnige initialen ‘O.Z.’, op bladzij 12 krijg je er de verklaring voor: Oude Zeur. Raimar is 19 jaar op bladzij 14 en als hij verongelukt is schrijft de krant dat hij 18 jaar oud is, wat een ironisch vondstje is aan het adres van de journalistieke berichtgevers. Dat gebeurt op bladzij 48. Philip heet Philip Vorsching, op 14. Nochtans zit hij al vanaf de allereerste regel in het verhaal en de slaapkamer van Raimar. Philip is acht jaar ouder dan Raimar, bladzij 18. Ben je naast spitsvondige lezer ook een bekwaam verteller dan weet je dat Philip dus 27 jaar is. De moeder van Raimar heet Maria, blijkens bladzij 18. Meteen kennen we ook de familienaam van Raimar. Zipper namelijk. Etcetera. Het beste wat ik van dit verhaal kan zeggen is dat het vakmanschap uit alle hoeken en kanten straalt, dat is zo. G.K. van het Reve heeft een adembenemend domeintje voor close readers van het Merlynslag geschapen, dat ook al. Anderzijds stel ik mij voortdurend de vraag: waartoe dient deze perfectie? Hoezeer dit alles van G.K. van het Reve is, het is G.K. van het Reve niet. Ik voel aan hoezeer de Hollandse prozaïsche traditie een dwangbuis wordt. |
|