Poëzij(1809)–Hajo Albert Spandaw– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 213] [p. 213] Avond-lied. (Gedeeltelijk naar het Hoogduitsch. Wijze: Wilkommen, o seliger Abend!) Wees welkom, o vriendelijke avond, Die 't reinste genoegen ons biedt! Gij zijt zoo verkwikkend, zoo zalig Voor 't hart, dat u dankbaar geniet. Ja welkom, o vriend van den moeden! Gij zijt zoo verfrisschend, zoo zoet; Gij zijt zoo verkoelend, zoo lavend: Wees welkom, wees hartlijk gegroet! [pagina 214] [p. 214] Wanneer wij, vertrouwlijk gezeten, Daar boven de prachtige baan Der flonkrende starren aanschouwen, En 't licht van de vriendlijke maan; Als de adem van bloemen en planten De lieflijkste geuren ons biedt, De bron en het beekje ons verkoelen, En niemand ons hoort of bespiedt; Als alles, zoo plegtig, zoo statig, Welsprekende stilte verspreidt, En 't harte tot dankbare liefde, Tot heiligen eerbied bereidt; Als alles, - als hemel en aarde Ons 't beeld des Algoeden vertoont, Die boven de maan en de starren In luister en heerlijkheid troont: - [pagina 215] [p. 215] Dan kunnen wij 't onheil vergeten, De zorg en het leed van den tijd; Dan is het gevoel onzer harten Der zuiverste liefde gewijd, Dan gaat in den kring onzer vrienden De beker vertrouwelijk rond; Dan drukken wij handen in handen, Vernieuwen het heilig verbond. Dan kloppen de harten aan harten, Zoo menschlijk, zoo edel, zoo teêr; Dan kunnen wij alles vergeven, En hebben geen vijanden meer. Ja, als gij zoo plegtig, zoo statig, Welsprekende stilte verspreidt, Dan zijt gij verkwiklijk, o avond! En 't hart is tot danken bereid. [pagina 216] [p. 216] Dan voelen wij allen eenstemmig, En zingen volvrolijk het lied: ‘Wees welkom, o vriendelijke avond, Die 't reinste genoegen ons biedt!’ Dan juichen wij dankbaar, en vieren, In 't plegtig, vertrouwelijk uur, Een feest van de hoogste verrukking, Ter eere der schoone natuur. Dan juichen de liefde en de vriendschap, En vieren den schoonsten triomf; Dan kloppen de harten aan harten, En Echo roept zachtkens: triomf! Ja welkom, o avond vol liefde! Gij zijt den vermoeiden zoo zoet, Gij zijt zoo verkwikkend, zoo lavend: Wees welkom, wees hartlijk gegroet! Vorige Volgende