Dicht-kundige ziele-zangen, op-gesongen door verscheyde zangh-lievers
(1681)–Philippus van Sorgen– AuteursrechtvrijStemme: Ach Amarillis.
I.
M.I. Wel nu ick min u,
M.Z. En ick besin u,
M.I. En ick sal u mijn bystant geven,
M.Z. Geniet ick dat soo geeft gy my het leven,
M.I. Ick neem u tot mijn Vrouw,
M.Z. En ick blijf uw getrouw,
M.I. Soo wacht u van berouw
En tegen-streven.
II.
M.Z. ‘K ben kranck van minne,
M.I. Hoe soo Vrindinne;
M.Z. Want gy mijn ’t hert hebt gestoolen,
M.I. Is dan uw liefd’ tot my als vuur’ge koolen?
M.Z. Och ja komt tot my in,
M.I. Dat had ick oock in ’t zin,
M.Z. Soo sy dan mijne min
Aen uw bevoolen.
III.
M.I. Went af uw oogen,
M.Z. Zijt gy bewoogen?
| |
[pagina 64]
| |
M.I. Och ja sy doen mijn Ziel gewelt aen,
M.Z. En uwe schoonheyt doet mijn Ziel verstelt staen,
M.I. Och liefste gy zijt mijn,
M.Z. En ick sal d’uwe zijn,
Beyde. Komt laet ons dan om wijn
Saem in het velt gaen.
|
|