Aanhangsel, of tweede deel, van de dicht-kundige ziele-zangen, op-gesongen door Philippus van Sorgen en verscheide andere zangh-lievers(1688)–Philippus van Sorgen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De Ware Staat-sucht. Stemme, ’s Konings Balet. 1. Hoe moedig is den Mensch wanneer Hy word in hoog een top van eer, En staat gehijst en op geheven. Zijn hert vol Staat-zucht en zijn oog, Die vliegen met Icarus al om hoog, Tot dat hunn’ wieken haar begeven, Tot dat hunn’ wieken haar begeven. 2. Hy blinkt een wijl met glans bepraalt. Zoo lang ‘t geluk zijn Staat bestraalt, En lijkt een wonder op der Aerde; Maar zoo ‘t geluk hem ‘t aanzicht keert, Elk die hem had ontzien, gedient, geeert Beklad met smaat zijn eerste waerde.:’t: [Folio 179] [fol. 179] 3. Maer die zijn zucht na d’Hemel stuurt, En des zelfs Heerlijkheid, (begluurt Met puyk van zuiv’re Zonne-schijnen) En wenscht, als Koning, eeuwiglijk Te heerschen in dat Zalig Hemelrijk, Wiens Staat en Hooghe’en nooit verdwijnen. :’t: 4. O die, die wenscht een groote zaak, Die ’s Wereldsch Staat, Eer en Vermaak, Te boven gaat. Zijn vlijtig poogen, ‘t Geloof bestendig ingelijft, Zijn Ziele-tochten, driftig noopt en drijft, Na dat onfeilbaarlijk verhoogen. :’t: 5. O God, gdie ‘t goed in ons verwekt, Bestuur mijn Herts-tocht, leid en treckt Mijn Ziel verr’ boven d’Aardsche dingenl Ey maak my daar van los en vry, Op dat ik tot het eeuwig Hemelsch, my, En all’ mijn driften, op mag dringen. :’t: A.G. Uit Vorige Volgende