Inleiding.
Daar de Biechtboeken als een onderdeel der catechetische literatuur zijn te beschouwen, werden zij bij het onderzoek en de uitgave van catechetische werken betrokken en in bepaalde opzichten min of meer volledig behandeld.
Dr. Tinbergen wijdde in zijn proefschrift Des Coninx Summe zijn aandacht aan de verschillende deelen, waaruit deze compilatie bestaat en aan de vergelijking daarvan met andere, gelijksoortige werken.
In de vele aanteekeningen van de latere uitgave van Des Coninx Summe (1906) werden verschillende plaatsen uit catechetische werken, die handelen o.a. over decaloog en hoofdzonden, vergeleken met de daarvoor in aanmerking komende passages uit Des Coninx Summe.
Prof. Verdam behandelde in zijn ‘Inleiding’ op De Spiegel der Sonden meer datgene, wat direct met dezen zondenspiegel samenhing, zonder zich alsnog aan een - overigens zeer tijdroovende - poging te wagen, om de bron er van op te sporen.
Het proefschrift van Dr. Jacobs: Jan de Weert's Nieuwe Doctrinael of Spieghel van Sonden - wij laten hier enkele kleinere, in tijdschriften e.d. verschenen artikelen buiten beschouwing - bracht in zijn als pièce de résistance te beschouwen 2e hoofdst. veel vergelijkingsmateriaal, dat gedeeltelijk historisch gerangschikt werd. De verschillende redacties van decaloog en hoofdzonden, zooals die in hss. vooral van de Kon. Bibl. in den Haag zijn overgeleverd, werden hier nauwkeurig vergeleken. Hiermee betrad men het overgangsgebied van philologie en geschiedenis der catechese.
Op dit laatste gebied bewoog zich Dr. Troelstra in zijn proefschrift, dat ook gedeeltelijk op onze stof betrekking heeft: ‘De Toestand der Catechese in Nederland gedurende de vóór-reformatorische eeuw’ (1901), waarbij aansloot zijn ‘Stof en Methode der Catechese in Nederland vóór de Reformatië’ (1903).