Een visie op de universiteit
(1985)–P. De Somer– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 312]
| |
Bij een kerstreceptie:
| |
[pagina 313]
| |
wordt opgedrongen. Zelfs in onze letteren betaalt men grote sommen voor computerpunten om mooie klanken, woorden en zinnen, poëzie en proza, vast te leggen in een metalen geheugen dat niets aanvoelt, niet ontroerd wordt door romantiek of lyriek, dat zelf niet denkt, alleen onthoudt en rekent. Zo spelen de kinderen van onze Alma Mater als kleine meestertovenaars, de ene naast de andere, ze eten allen de vruchten van de boom van kennis en bouwen aan een maatschappij waar mensen zich niet meer thuisvoelen. De ivoren toren waarin de Sedes Sapientiae huist, is een toren van Babel geworden die geleidelijk overhelt als een toren van Pisa, een prachtig monument uit het verleden, gebouwd op een vlottende bodem. Binnen de scheve toren, die bedreigd wordt, moet ik U mijn vijftiende kerstboodschap brengen en eventueel mijn kerstgeschenken. Ik heb noch de ene, noch de andere. Voor de universiteit is het nog geen Kerstdag, het blijft nog Advent, de tijd van verwachting en van hoop op wat komen zal en vooral op wat hier uit zal komen. Wij wachten op een nieuwe subsidiëringswet voor onze gebouwen, een wet die sinds lang voorspeld is. Wij missen tienduizenden vierkante meters om aan velen onder U de levensruimte te bezorgen die anderen reeds gekregen hebben. Wij missen vooral de nodige gelden om onze oude gebouwen te restaureren, uw stallen, zolders en kelders op te smukken en leefbaar te maken. Wij wachten op een meer rechtvaardige verdeling van de universitaire gelden tussen onze taalgemeenschappen. Van de 2 miljard die we missen, zou het deel dat aan Leuven toekomt voor lange jaren onze werkingskredieten veilig stellen voor een verdere erosie. Deze worden bedreigd omdat navorsers en professoren, zoals andere mensen, ouder worden en in ons vergoedingssysteem een driejaarlijkse premie voorzien is op het overleven van die periode. De kost van de verwarming voor uw lokalen stijgt elk jaar met tientallen miljoenen, het equivalent van evenveel mandaten, boeken, apparaten en produkten besteed aan stookolie. Ik dank U voor uw begrip voor de syndicaten, die er onze aandacht op getrokken hebben dat het stilleggen van de universiteit de meest effectieve manier is om zowel energie-verbruik als werkingskredieten te beperken. Vermits de Winter lang is, beschikken wij nog over een brede marge voor mogelijke besparingen in de toekomst. Met dit opgelegd Kerstverlof steunt ge uw universiteit. Wij wachten op een statuut voor ons wetenschappelijk personeel, vooral op de regeling van hun pensioen of brugpensioen. Nu het emeritaat tot | |
[pagina 314]
| |
het verleden behoort, zou dit een stap zijn in de richting van hun gelijkschakeling met het statuut van de professoren, die bevoorrechte groep, waarvan de studenten het inkomen benijden en onze navorsers de status maar node nemen. Wij hopen dat het ‘aftoppen’ van de hogere lonen niet te veel zal aftoppen van ons jaarlijks inkomen, dat er nog wat ruimte zou blijven voor zwart werk en zwart spaargeld, dat de universiteit terug zou geliefd worden door onze politici, dat ze zouden luisteren naar onze klachten en dat onze minister zou inzien dat het nutteloos is ons te verplichten tegen onze overheid processen in te spannen, omdat het verleden ons en hem geleerd heeft dat onze universiteit deze processen wint. Wij hebben nu officieel een echte Rector te Kortrijk en krijgen de 10 miljoen terug, die we er vroeger voor betaald hebben opdat Mgr. Maertens deze titel zou dragen, hetgeen hij tevens moedig gedaan heeft. Met onze hoop en onze verwachtingen wens ik U nu al een zalig Kerstfeest en een goed verlof in dienst van de universiteit. Moge het nieuwe jaar voor U en uw familie vruchtbaar zijn en rijk aan onverwachte successen. Ik wens U allen: studenten die nog beter naar U luisteren; aan de vorsers een nieuwe stap op de ladder of een vaste plaats in het kader; aan de docenten en hoogleraren een leerstoel en aan de gewone hoogleraren eerbied en ontzag vanwege de andere geledingen. Voor de ganse universiteit bid ik samen met U dit mooie gebed en lied van de Adventtijd: ‘Rorate caeli desuper et nubes pluant justum
Aperiatur terra et germinet Salvatorem’.
‘Dauwt O gij hemelen van boven
en gij wateren regent den gerechte
Gij, aarde, open U en schenk ons de nieuwe Heiland’.
In de geschriften van de profeet Isaïa (Jesaja) lezen wij over de Verlosser die komen zal: ‘De Geest van de Heer zal op hem rusten,
de geest van wijsheid en verstand,
de geest van raad en heldenmoed,
de geest van liefde en vreze des Heren.
Hij zal geen oordeel vellen naar uiterlijke schijn,
geen uitspraak doen op grond van geruchten.
En zijn troon zal luisterrijk zijn’.
Het is aan U zulke man te erkennen en er voor te stemmen. ‘Gerechtigheid wordt de gordel om zijn heupen,
onkreukbaarheid de band om zijn lenden’.
|
|