Oude en nieuwe liedjes(1864)–F.A. Snellaert– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] 21. - Een triomfantelijk lied van de zilvervloot. Levendig. J.J. Viotta. f Heb je van de Zil - ve - ren Vloot wel gehoord, de Zil - ve - ren Vloot van Span - je? Die had er veel Spaansche mat-ten aan boord en ap-pel-tjes van O- ran - je; Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein, zijn naam is klein, zijn da-den ben-nen groot, zijn da-den bennen groot, die heeft ge - wonnen de Zil - ve-ren Vloot, die heeft ge - won-nen, ge - won-nen de Zil - ver - vloot. 2. Zeî toen niet Piet Hein met een aalwaêrig woord: Wel jongetjes van Oranje! Kom klimme 'reis gaauw aan dat Spaansche boord, En rol me de matten van Spanje. Piet Hein, enz. 3. Klommen niet de jongens als katten in 't want, En vochten ze niet als leeuwen? Ze sloegen de Spanjers duchtig te schand', Ze hoorden in Spanje het schreeuwen. Piet Hein, enz. [pagina 30] [p. 30] 4. Kwam er nou ook nog 'reis zoo'n Zilveren Vloot! Zeg, zou jeluî nog zoo kloppen? Of zoudt ge je veilig en buiten schoot Maar stil in je hangmat stoppen? Wel, Hollands bloed Heeft nog wel moed; Al bennen ze niet groot, Ze zonên nog winnen de Zilveren Vloot. J.P. Heije. Vorige Volgende