54 Dienstbaarheid versus zelfbescherming
Vaak word je als verloskundige rond één uur uit je bed gebeld, een hopeloze tijd. Je bent moe van de hele dag in touw, je zit net in je eerste slaap en dan moet je opstaan. Dat blijft moeilijk, maar je doet het toch, want er zijn weeën in de nacht. Ergens in een straat, in een huis, is een vrouw die pijn heeft en die vrouw heeft jou nú nodig. Dus je staat op, zonder flauwekul.
Verloskunde is een dienstbaar beroep, dat is duidelijk. Maar te veel dienstbaarheid kan verkeerd uitpakken. Er zijn vroedvrouwen die te veel van zichzelf geven en te hard werken. Op die manier word je een slaaf van je werk en brand je snel op. Bovendien houd je het vak dan niet lang vol. Of je raakt verbitterd en bent op den duur niet meer echt aardig en lief voor de vrouwen die je helpt. Terwijl dat echt uit den boze is.
Dit onregelmatige en veeleisende vak vereist daarom ook een zekere zelfbescherming. Een verloskundige moet aan de ene kant de barende vrouw het gevoel geven dat zij er helemaal voor haar is, terwijl zij aan de andere kant de levenskunst moet verstaan om goed voor zichzelf te zorgen, om op een ontspannen en vanzelfsprekende manier het nuttige met het aangename te verenigen.