er allemaal bij hoort. Je loodst de barende vrouw als het ware langs de klippen van de pijn en de ellende de veilige haven in. Dan, als de climax in zicht komt, neemt de pijn zelfs nog iets toe en dient de persdrang zich aan. Het persen kan soms wel twee uur duren, maar je moet als verloskundige het vertrouwen blijven uitstralen dat het opschiet. Jij houdt het hoofd koel, tot het moment van de ontlading, tot de euforie, de uitgelaten blijdschap en de champagne.
Maar eerlijk is eerlijk, tijdens die uren die aan de climax voorafgaan, zijn er altijd momenten waarop je even twijfelt en onzeker wordt. Waarom heb ik dit vak in hemelsnaam gekozen?, denk je dan. De angst kan je ineens aanvliegen. Zijn de harttonen nog oké? Kan ze het nog wel aan? Lukt het nog wel om haar over die drempel van de pijn heen te brengen? Moet ze niet toch naar het ziekenhuis voor pijnstilling? En altijd die afweging: is dit nog bekrachtigend of is dit te uitputtend? Gaat ze over haar eigen grenzen of kan ze nog oneindig veel aan?
Soms kan die spanning je zelfs even te veel worden. Maar de angst en de stress van de verloskundige zijn op dat moment taboe. Je houdt ze voor jezelf, want niemand is ermee gebaat. Ook onder vakgenoten wordt er weinig over deze herkenbare emoties gesproken, terwijl toch iedere verloskundige er zo nu en dan door wordt overvallen. Als je er toch met verloskundigen over praat, blijkt dat bijna iedereen tijdens een bevalling, bewust of onbewust, eigen rituelen hanteert om die emoties de baas te blijven.
Mijn vaste ritueel bij zo'n beetje iedere bevalling is het op een bepaalde manier klaarzetten van de spullen die ik bij een bevalling nodig heb: de baarkruk, de verlostas links, mijn instrumenten rechts en achter mij de twee onafscheidelijke emmers: één voor het afval en één voor de vuile was. Zodra ik zo zit, met alle vaste attributen op hun vaste plek, voel ik mij rustig.
Soms, als het spannend is, ga ik op mijn knieën voor de vrouw op de grond zitten en buig ik met mijn hoofd voorover, bijna tot op de grond. Het is niet meer dan mijn ritueel. Misschien buig ik voor wat er nu