om een bevalling van iemand anders tot een succes te maken.
Verder moet een verloskundige flexibel zijn, onverschrokken en flink, een open houding hebben, improvisatietalent, compassie en bescheidenheid op zijn tijd. Zij moet niet alleen aandachtig opletten, maar ook goed kunnen inschatten en observeren.
Het lijkt alsof je bijna een heilige moet zijn om een goede verloskundige te zijn en in zekere zin is dat ook zo. Natuurlijk zijn verloskundigen, net als andere mensen, verre van heilig, maar zodra zij in contact zijn met zwangere en barende vrouwen komt er iets buitengewoons in hen los. Verloskundigen kunnen dan eindeloos veel meer compassie, solidariteit en geduld opbrengen, vaak zelfs meer dan voor hun man en eigen kinderen. Daarom hebben ze dit vak gekozen.
Peter, echtgenoot van een verloskundige: ‘Het is ongelofelijk hoe geduldig en lief ze midden in de nacht een barende vrouw te woord staat. Ik ben soms jaloers! Ik zou willen dat ze net zo lief en geduldig was voor mij!’
Gea, verloskundige: ‘Ik kan heel slecht in mijn vel zitten en me diep ellendig voelen. Dan heb ik geen ruimte voor mijn man en kinderen en kan de hele wereld het heen en weer krijgen. Maar als vervolgens de pieper gaat en er ligt ergens een vrouw met barensweeën, dan springt mijn hart toch weer open en voel ik het weer stromen! Niets is me dan te veel. Ik zou willen dat ik altijd kon zijn zoals ik ben tijdens een bevalling. Terwijl ik in mijn eigen leven vaak heetgebakerd ben en goed kan snauwen, zal ik dat nóóit doen tegen een barende vrouw. Met eindeloos geduld en humor ben ik er voor haar en doe instinctief alles wat nodig en goed voor haar is.’
Petra, verloskundige: ‘Vaak heb ik het gevoel dat ik tijdens een bevalling eindelijk tot mezelf kom. Het lijkt wel alsof een bevalling me diep ontspant. Ik kan nergens heen en dat creëert rust. Daardoor ben ik tot veel meer in staat en is mijn tolerantie oneindig. Die mate van toewijding en geduld kan ik bijna voor niemand opbrengen, behalve voor een barende vrouw.’