in een bepaalde plaats. Naar wij menen vraagt het beschrijven van deze strijd in Zuid-Holland (en uiteraard in andere provincies) afzonderlijke studies en publicaties, waarbij de archieven van de scholen zelf, niet gesloten zullen kunnen blijven.
In het herdenkingsjaar 1984 zijn vele boeken over de Afscheiding verschenen. Zij zijn in dit deel, voor zoveel nodig, verwerkt en in de literatuurlijst opgenomen. Daarnaast hebben de laatste tijd enige gedenkboekjes van plaatselijk karakter het licht gezien; wij hebben er dankbaar gebruik van gemaakt.
In dit kader willen we een drietal uitgaven apart noemen. In de eerste plaats: Notulen van de Algemene kerkelijke vergaderingen van de Gereformeerde kerk onder het kruis (1844-1869), Utrecht 1982; nu deze bundel er is, leek het ons het eenvoudigste hiernaar te verwijzen (met aanhouden van de bladzijde-nummers) en niet naar de afzonderlijke, vaak moeilijk te vinden notulen van de ‘Algemene vergaderingen’. Verder, hetzelfde geldt voor: Handelingen en Verslagen van de algemene synoden van de Christelijk Afgescheidene Gereformeerde Kerk (1836-1869), Utrecht 1984. Tenslotte: Joh. de Haas, Gedenkt uw voorgangers I-III [1834-1975], Haarlem 1984; deze drie delen vormen een onuitputtelijke en onmisbare bron van biografische bijzonderheden ‘van alle predikanten, die hebben gediend in de kerken in Nederland en Duitsland, voortgekomen uit de Afscheiding van 1834. Ook zijn opgenomen de gegevens van oefenaars, voor zover zij aan een gemeente waren verbonden.’ (I, 6) Aangezien dit werk zo kort geleden is verschenen en voor een ieder die dit wenst bereikbaar, zou het verspilling zijn van tijd en geld, indien voor het beschrijven van menige in dit ZEVENDE DEEL genoemde predikant zou zijn gehandeld, alsof deze bron niet bestond. Wij hebben derhalve in een aantal gevallen naar Gedenkt uw voorgangers verwezen.
Wegens het grote aantal genoemde personen, hebben we ons in het register beperkt tot het vermelden van de familienamen.
Dit boek heeft drie jaren van bijna-onafgebroken inspanning gevergd. Onze dank gaat uit naar de vele personen, voornamelijk archivarissen, die ons hebben geholpen. Bovenal zijn wij dankbaar aan God, de HEERE, Die ons krachten gaf voor archiefonderzoek en schrijven. Geve Hij Zijn zegen over onze arbeid, tot bewaring en vermeerdering van Zijn kerk.
Haren-Gn., 24 april 1986
C. Smits