De Afscheiding van 1834. Deel 5. Documenten uit het archief ds. H.P. Scholte, bewaard te Pella, Iowa, U.S.A. (vervolg)
(1982)–C. Smits– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 54]
| |
Hoofdstuk 5
| |
[pagina 55]
| |
Baaijens en Teunis Boll, hun verzet op.Ga naar voetnoot5 De procedures tegen hen slepen zich echter voort tot 1837.Ga naar voetnoot6 | |
1. 's-Hertogenbosch, 9 april 1835WelEerwaarde Heer! Heden ben ik voor Diaconen van Doeveren, voor de Heeren Regters-commissarissen verschenen, en heb beweerd, dat aan het Klassikaal Bestuur geene actie tegen dezelve competeert. Wij zullen zien, wat de Regtbank deswege zal beslissen. Diaconen van Genderen hebben verklaard, bereid te zijn, om alles over te geven. Dezelve zijn nog verdergegaan en hebben, in naam van den Kerkvoogd toegestemd, om alle Kerkelijke fondsen enz., onder behoorlijke rekening en verantwoording aan het Klassikaal bestuur te extraderen.Ga naar voetnoot7 Nu begrijpt UEw. wel, dat onze middelen merkelijk achter uit zijn gewerkt. Men zal thans wellicht tot het getal, om eene gemeente te constituëren, geraken; en, wat dan? Dan verliezen wij het proces. Ik zend UEw. de citatie, aan den Kerkvoogd gedaan, terug. Het is gelukkig, dat ik daarop geen procureur heb doen constituëren. Gelief mij te melden wat Branderhorst heeft bewogen, om dien rol te spelen. Voorts heb ik de eer, met hoogachting te zijn UWEWDv Dienaar, Luijben | |
2. 's-Gravenhage, 16 april 1835WelEeerwaarde Heer! Ter beantwoording uwer geëerde letteren van 13 dezer, gisteren hier ontvangen, dient, dat dewijl de zaak van Branderhorst q.q. voor den Regter is gebragt, eene voorwaardelijke overgaaf, zonder bewilliging in zoo iets van de partij, niet mogelijk is. Hij moet glad en gaaf overgeven, of weigeren. Wanneer dit laatste geschiedt, moet er vonnis komen. Dit is voordeelig of nadeelig. In het eerste geval zal de partij appelleren (aangenomen, dat er geen conflict wordt opgeworpen); in het laatste kan Branderhorst dien weg inslaan. Dan komt er eindelijk een arrest van het Hoog-Geregtshof; en daarmede is de zaak zoo beslist, dat daarop nimmer kan worden terug gekomen. Even zoo moet het | |
[pagina 56]
| |
loopen met de diaconen van Doeveren. De uitslag is vooraf te voorzien, ten minste nu die van Genderen terug zijn getrokken. Ik geloof, dat de beste weg is geworden, om maar over te geven en voor de overmagt te buigen. Ik moet hier echter bijvoegen, dat ik bereid blijf, de zaak van de Doeversche diaconen te verdedigen; edoch ik beloof daarvan niet veel goeds meer, indien namelijk de Regtbank het Klassikaal bestuur tot het gratis procedeeren toelaat. Ik zal ten dezen aanzien UWEW. nadere tijdingen tegemoet zien. Ik zal nog 7 of 8 dagen hier blijven. Ik heb de eer, met hoogachting te zijn UWEWDv Dienaar, Luijben |
|