bevestigd) is daaraan niet vreemd, zoals we nader zullen zien.
Het bleek niet mogelijk het manuscript Van Klaveren ‘Rondom de Afscheiding te Utrecht, 1829-1847’ alsnog uit te geven. Want enerzijds is het, hoewel in al zijn details belangrijk, te uitvoerig; anderzijds is het mede door het verschijnen van de vier delen van dr F.L. Bos, Archiefstukken betreffende de Afscheiding van 1836, Kampen 1939-1946, voor een niet-onaanzienlijk gedeelte achterhaald.
Gaarne hebben wij echter - na een door de familie Van Klaveren gedaan verzoek - bedoeld manuscript in dit boek verwerkt.
Uit overwegingen van piëteit en grote waardering voor de arbeid van Van Klaveren hebben wij gemeend zo spoedig mogelijk het thans gereedgekomen deel het licht te doen zien.
Verder willen we nog het volgende opmerken.
Aangezien de zo juist genoemde vier delen van dr. F.L. Bos verscheidene gegevens, voornamelijk rapporten, aangaande de provincie Utrecht bevatten, is afgezien van een opnieuw publiceren van dit materiaal. Wel is steeds en waar nodig naar het werk van Bos verwezen.
In den regel hebben wij het tijdvak 1834 tot 1869 beschreven. Indien daarvan werd afgeweken voor enige gemeenten, hebben wij dit telkenmale met redenen omkleed aangegeven.
De volgorde gevolgd bij onze ‘rondgang’ door de provincie Utrecht (waarbij op goede gronden ook Nijkerk, Scherpenzeel, 's-Graveland en Hilversum in behandeling komen) is min of meer die volgens de wijzers van de klok. Begonnen werd met Amersfoort en geëindigd met Hilversum.
De eerste vier hoofdstukken zijn noodzakelijkerwijs meer technisch en schematisch van aard dan de overige; zij zullen de gemiddelde lezer wellicht minder aanspreken dan de rest van het boek die over het leven van afzonderlijke gemeenten handelt.
Ik dank allen die mij op de één of andere wijze hebben geholpen bij het verrichten van het onderzoek dat voor het tot stand komen van dit boek noodzakelijk was. In het bijzonder wil ik hierbij noemen de ambtenaren van het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, het Rijksarchief in de provincie Utrecht, het Gemeentearchief van Amsterdam en van Utrecht, alsmede tal van kerkelijke en gemeentelijke autoriteiten in de provincie Utrecht c.a.
Achterin het boek is een register van personen alsmede een beperkt plaatsnamen-register opgenomen. Zoals dit gaat bij een publicatie handelend over de 19e eeuw: de exacte spelling van een naam kan niet altijd worden achterhaald en vertoont soms in de bronnen variaties. Voorbeelden hiervan in dit boek zijn: Kuiper (Kuijper, Kuyper), Hellinks (Hellings), IJserman (IJzerman).
Behalve de vermelding van literatuur en bronnen aan het slot, is direct na dit ‘Woord vooraf’ een lijst van bronnen etc. afgedrukt, waarnaar in de tekst bij herhaling wordt verwezen.